Vissenakenstraat

3300 Tienen

tcroosendael@skynet.be

 
 Start
 Roosendael
     Historiek
     Praktisch
     Routeplan
     In de kijker
 Kalender
 Lessen
     Tenniskampen
     Lesgevers
 Competitie
     Interclub
     Tornooi
 Contact
     Bestuur
     Leden
     Formulieren
 Links - Sponsors
 

 
 

In de kijker

 In de kijker
  Nicole Bamps
  Hilde en Jos
  Willy Feuggelen
  Guy Puyneers
  Frédéric Smets
  Ludwig Stillaert
 In de pers
  Laatste Nieuws 0702
  Laatste Nieuws 0704
  Laatste Nieuws 0803
 Rond Roosendael
  Snoeiwerk
  Receptie 2007
  Paasontbijt 2007
  Film 2007
  Paasontbijt 2008
  Receptie 2008
  Disteldael 2009
 Uitstapjes
  Xanthos 1986
  Namen 2006
  Jambes 2007
  Jambes 2008
 
Eén, twee, drie, vier, hoedje van papier!

 

 
1979: Fredje aan zee
 
 
 
 
 
2007: tenniskamp Roosendael

 


2008: begeleiding interclub

Frédéric Smets

‘Een plezantere tennistrainer bestaat er niet!’. Jaar na jaar, kamp na kamp, les na les horen we deze reactie uit de mond van spelertjes en ouders. Er is inderdaad geen vrolijkere kwant, geen zottere clown op de tenniscourts dan onze Frédéric. Met zijn hoogst persoonlijke, prettige aanpak charmeert hij iedereen. Ondertussen sleurt hij elke speler wel naar een hoger niveau. Want achter al die pret en gekheid gaat in werkelijkheid een uitgekiende strategie schuil. Frédéric is een echte kinderpsycholoog die zich als geen ander weet te bewegen op het niveau van jonge kinderen en aankomende jeugd. Hij heeft zelf alle frisheid van het kind bewaard en gebruikt die om spelenderwijs zijn vaardigheden en tactieken over te brengen. Luieren is er niet bij tijdens de tennislessen van Frédéric. Hij laat niemand gerust. Zwijgen doet hij geen seconde. Met one-liners en plaagstoten houdt hij elkeen alert en in beweging. Het oefentempo is aangepast aan de groep, maar het ligt hoog! Zonder Frédéric zouden de tenniskampen, de zomer- en winterlessen nooit het succes hebben gekend waarop TC Roosendael kan bogen en zou onze club nooit het VTV-label ‘Laureaat kindvriendelijke tennisclub’ hebben gekregen. Frédéric is waarlijk een super-crack, als speler en als trainer!

 

Jeugd

Frédéric is een telg van het in Tienen alom gekende Smets-geslacht, kleinzoon van de beruchte Augustin Smets, de drogist van de Leuvenselaan. Van hem heeft Frédéric zeker zijn olijkheid geërfd, want Augustin had er een handje van weg om buren en klanten op allerlei manieren te amuseren. Augustin was een echte volksmens, meer geïnteresseerd in het wel en wee van zijn klanten dan in de omzet van zijn zaak. Klanten moesten steevast met hem ‘mee naar achter komen’ want daar bewaarde Augustin zijn flessen zelf gestookte jenever en daar was hij zeer gul mee! Allerlei grappen haalde hij uit... Zijn grootste plezier was om mannen ‘met een kwaaie vrouw’ zo lang mogelijk bij hem ‘achter’ te houden en om ze dan redelijk aangeschoten veel te laat naar huis te laten gaan zodat er daar gegarandeerd hommeles van kwam.

Frédéric groeide op aan de Aarschotsesteenweg, samen met zus Mireille en broer Michaël, en met tante Renée, natuurlijk! Frédéric is zichtbaar ontroerd als hij over tante Renée vertelt, de tante van zijn moeder eigenlijk, een Dumont uit Luik, die bij de familie in Tienen was komen inwonen en die Frans sprak. Tante Renée zorgde voor de Smetskes als waren het haar eigen (klein)kinderen. Zij bracht hen naar school en in de zomervakanties trok ze met hen zes weken naar het familiegoed in Poncelles, een dorpje in de Ardennen met nog geen dertig inwoners. Daar konden Frédéric en zijn broer en zus zich helemaal uitleven, fietsen, ravotten en tennistornooien spelen in de omliggende clubs. Want op 88-jarige leeftijd kocht tante Renée nog een auto en voerde hen overal naartoe! Dank zij haar zijn de Smetskes perfect tweetalig en kon Frédéric b.v . zich als leraar zo vlotjes in zijn Waalse school integreren. Tante Renée overleed vorig jaar na een val, 94 jaar oud.

 

Tinse kwêker

Frédéric Smets is een echte ‘Tinse kwêker’. Hij liep niet alleen school in Tienen - kleuterschool Aarschotsesteenweg, lagere school en middelbaar onderwijs in ’t college – hij was ook bij het destijds echt wel beroemde zangkoor van O.L.V.-ten-Poel. Zuster Marie-Jeanne was niet meteen onder de indruk van het zangtalent van kleine Frédéric toen die als 6-jarige bij het kinderkoor kwam, want bij wedstrijden vroeg ze hem te ‘playbacken’. Tien jaar lang echter zou Frédéric met zijn sopraanstem het jeugdkoor blijven versterken. O.l.v. Roger Vanmeldert en Kurt Bikkembergs nam het koor een cd op in het Lemmensinstituut en kaapte prijzen weg op binnen- en buitenlandse festivals. Frédéric spreekt vol lof over de toffe bergkampen die pastoor Vandervelpen voor de koorleden ’s zomers organiseerde. Zo logeerde de zanggroep in Hongarije, in Aosta, in Wenen, ... Frédéric volgde ook vijf jaar muziekschool, o.a. gitaarlessen bij Geert Claessens, toen spelend lid van TC Roosendael.

 

Judo

Frédéric begon zijn sportieve loopbaan niet als tennisser maar als judoka. Toen Frédéric klein was bestond alleen Racing als tennisclub in Tienen. Daar ging het in die tijd elitair aan toe: niet iedereen was er zomaar welkom. Zo kwam het dat Mireille tennislessen ging volgen in La Cure (Zétrud-Lumay) en niet in eigen stad. Voor Frédéric was die afstand echter te groot en daarom ging hij liever judo doen bij André Morren. 'Dat was heel plezant!' En ook al bracht Frédéric het tot groene gordel, ‘competitief was ik een echte ramp’ beweert hij nu.

 

‘Ik herinner mij b.v. mijn eerste competitiewedstrijd... Ik was toen 12 jaar... Het begon al slecht, want bij inschrijving bleek mijn judokaart niet getekend en moesten we terug naar huis om alles reglementair in orde te brengen. Onervaren als ik was hield ik bij de weging mijn kimono aan. Die woog zeker drie kg! Alle tegenstanders stonden er in hun slipje en waren eerst nog gaan plassen om in een zo laag mogelijke gewichtsklasse te kunnen uitkomen. Gevolg: ik kwam uit in een te hoge klasse en werd in mijn eerste kamp na 6 seconden al gevloerd. Het was toen 9.30 uur... Ik moest ter plaatse blijven tot de laatste van onze club gedaan had, tot ’s avonds dus, en dat voor die luttele seconden dat ik zelf op de tatami had gestaan! Toch heb ik judo altijd graag gedaan. Ik had niet veel armkracht en na 5 jaar, bij het armklemmen en de wurging, haakte ik af, ook al vond ik de trainingen conditioneel nog altijd interessant.’

 

Tennis

Frédéric: ‘Een paar jaar nadat in Vissenaken de tennishal Grand Slam was gebouwd – ik zal zo’n 12 jaar geweest zijn - ging ik met Mireille tennisles volgen bij Carl Verbeylen. Carl was erg gedreven en eigenlijk had ik voor hem te weinig discipline. Ik kwam dan terecht bij Peter Arits. Als 15-jarige mocht ik mee interclub spelen met de ploeg van Erwin Pittomvils. Met Peter Ponsaerts, Stijn Reynders, Koen Janssens en Kris van Esch werden we meteen kampioen in de niet-officiële Leuvense interclub. Via Carlo Cleynen kwam ik bij Tennifun terecht, de vriendengroep van het stadhuis, die zelf tornooikes met barbecues en zo inrichtte. In 1995 gingen we onder de vlag van Roosendael competitie spelen. Dat duurde een paar jaar tot Tennifun uitweek naar Hoegaarden. Daar werd ik gevraagd om mee tennislessen te geven, eerst onder Jan Bellen, later met Pieter Van de Gaer, die nu A-trainer is. Ik trad op als tweede trainer en voelde mij daar goed bij. Ik bleef ook in contact met Roosendael. Jos en Hilde vroegen mij eveneens voor hun zomerkampen. De samenwerking werd intenser en samen met Hilde nam ik in 2003 het initiatief om winterlessen in te richten voor jonge spelertjes in de sporthallen van Tienen.

 

Nu naast Tennifun en Roosendael sinds dit jaar ook Racing Tienen meedoet, zijn deze winterlessen een serieuze onderneming geworden waaraan meer dan 100 kinderen deelnemen! We hebben een jong trainersteam, allemaal mensen van Tienen, die een VTV-diploma behaalden of die momenteel de VTV-trainersopleiding volgen. Wij passen de principes van KidsTennis toe, de pedagogisch verantwoorde en sport-technisch alom geprezen VTV-leermethode. Het trainersteam neemt de lessen erg ter harte. Niet alleen is er aandacht voor elk kind, de lessen worden ook gezamenlijk besproken en de vorderingen geëvalueerd. De samenwerking tussen de drie clubs is echt een geslaagde formule. Zo kunnen alle kinderen nu in homogene groepjes ondergebracht worden, iets wat niet zou lukken als de clubs apart zouden opereren. De betrokken tennisclubs zullen daarom in de toekomst zeker blijven samenwerken, misschien zelfs nog op breder vlak.’

 

Inge, Pieter-Jan en zo...


Kerstmis 2007

 

Frédéric en Inge leerden elkaar kennen via het tennis. Hoe kon het ook anders?! En toch was het louter toevallig... Voor het Tennifuntornooi in 2000 schreven 7 ploegen in voor het gemengd dubbel tot 30 punten, één ploeg te weinig dus om de reeks te laten doorgaan. Peter Robert stelde daarom voor dat Frédéric zou meedoen ‘en dat hij geen partner had was niet erg want daar zou Peter wel voor zorgen!’. En zo gebeurde... Inge werd aan Frédéric gekoppeld en ze wonnen het tornooi! Een geslaagde combinatie dus, maar nog niet direct een romance. Die kwam er wel het jaar nadien, toen Frédéric aan het tornooi van Landen meedeed en er onverwacht weer Inge ontmoette die voor de wedstrijdleiding zorgde. Daar sloeg een straffe vonk over met de gelukkige gevolgen die iedereen kent. Als je Frédéric vandaag thuis aantreft en hem ziet evolueren met vrouwtje Inge en met zoontje Pieter-Jan, is er alleen vertedering. Wat een mooie familie is dit toch, zulke mooie mensen en met zulke mooie plannen! Want de familie is nog aan uitbreiding toe! Voor mei wordt een nieuwe baby verwacht! En eerst komt er nog een grote verhuis, want op 1 april – neeneen, dit is geen grap! – verlaten Frédéric, Inge en kroost het huidige nest. Hoewel ze het nu heel gezellig hebben in hun flat aan de Tiense ring, zes hoog met een grandioos uitzicht op Tienen stad, zal het nieuwe huis in de wijk Klein Spanuit het gezin veel meer ruimte bieden.

 

Vrienden van Frédéric deden hem voor Nieuwjaar een handleiding voor het rijexamen cadeau, en ook al een ‘L’ voor in de auto. Zal Frédéric in 2008 eindelijk zijn rijbewijs halen? Inge en alle Roosendaelers verwachten dat van hem, want hij is eigenlijk toch al een grote jongen, niet?


januari 2008
 

 © Karel Van Rompaey 08/01/2010