Moeders hashies is de beste

klucht van Dario Fo

2, 3, 9, 10 december 1988 (Parochiecentrum Bunsbeek)

toneel.gif (2680 bytes)

moedersh.jpg (32859 bytes)

Dario Fo

In een interview in de "Standaard der Letteren" noemde de Italiaanse criticus Franco Quadri  Dario Fo (samen met Pirandello en Eduardo De Filippo) één van de drie namen uit de Italiaanse wereldliteratuur van deze eeuw die zouden blijven.

Voor BOK is Fo interessant omdat wij onze situatie terugvinden in veel van zijn werk. Fo hekelt de autoriteit die alles dood duwt wat niet slaafs en volgzaam is, hij trekt van leer tegen het repressie-apparaat, tegen machtsmisbruik en schijnheiligheid... van de clerus o.a.  De dramaturg stipt aan dat het volk altijd respect heeft gehad voor de godsdienst, wat niet wegneemt dat het er gekruide, satirische verhalen over ontwikkelde. Hypocrisie is van alle tijden maar wordt vroeg of laat ontmaskerd.

Fo komt uit een gezin van landarbeiders in Noord-Italië. Na de Tweede Wereldoorlog studeerde hij schilderkunst en architectuur in Milaan. Theater schrijven en kabaret spelen begon als een spelletje, maar werd ernstige arbeid toen de RAI hem vroeg een aantal komische monologen te schrijven, Fo begon te graven naar de bronnen van het volkstheater, de oude tradities van rondreizende vertellers, de technieken van het Commedia dell'arte-theater. Hij transponeert al die elementen op een intelligente wijze naar onze tijd. Spoedig werd hij één van de meest geliefde theatermakers in Italië.
Zijn bijtende satirische toon bezorgde hem echter heel wat vijanden : zowel neofascistische groepen als officiële instellingen probeerden hem regelmatig de mond te snoeren. In 1968 is Fo erbij als de "Nuova Scena" onder auspiciën van de PCI (Italiaanse Communistische Partij) wordt opgericht. De Nuova Scena ging de boer op, speelde voor de arbeiders in fabrieken, op pleinen en in parken of gewoon op straat. De compromisloze, stekelige kritiek op de PCI maakte al vlug een einde aan de samenwerking en Fo verliet de Nuova Scena. Ondertussen was zijn roem echter ver over de Italiaanse grenzen doorgedrongen.

De Internationale Nieuwe Scène (Charles Cornet, Hilde Uitterlinden, Jan Decleir, ... o.l.v. Dario Fo!) bracht succesrijke opvoeringen van "Mistero Buffo" in Vlaanderen en Nederland. Jan Decleir oogstte daverend applaus met "De tijger en andere verhalen" en met "Obscene fabels". Zij worden verteld in een mengsel van Vlaamse en Brabantse volkstaal met de kleur van het eigen streekaccent, helemaal volgens de bedoeling van de schrijver, om "echt, levend theater te scheppen". Fo werpt met dit werk nieuw licht op de grote volkscultuur die in de middeleeuwen bestond, in tegenstelling tot de officiële, aristocratische cultuur. De kleine luiden, het werkende volk en de lagere burgerij waren er de dragers van; de liedjeszangers op wie Fo zijn manier van regisseren en acteren inspireert, waren de vertolkers ervan.

Fo zit echter niet vast aan de middeleeuwen en de renaissance: hij gebruikt de traditie om te spreken over politieke en sociale toestanden van vandaag.
Zo hekelt hij in "Wij willen niet betalen" de inflatie die vooral de gewone man treft en in "God schept ze" krijgt de maffia er van langs. Uit de tientallen stukken die Dario Fo schreef blijkt telkens zijn sympathie voor de verdrukten en de eenvoudigen. U merkt dit ook in : "Moeders hasjies is de beste" !

rolverdeling

Rosette, de moeder Josée Doudelet
Opa, haar vader Paul Pierlet
Marc, zoon van Rosette Luk Mans
Marianne, buurmeisje Lucia Vanherwegen
Eric, vriend van Marc Karel Van Rompaey
Freddy, neef van Rosette Yvan Vanheer

regie

Remi Vangoidsenoven

muziek

Francis Baumans: hasj-thema (synthesizer)
Gaston Bruyninckx: orgel

belichting en geluid

Johan Taes en Stef Bogaerts

decor

André Camps, Fons Hendrickx en Johan Parmentier

klimatoloog

Bert Boyen

grime

Christine Vanhellemont

 


© kvr          (naar index)