Uitgewerkt voorbeeld (Duits)

EEN JAARPLANMODEL VOOR DUITS

Jaak De Maere, Puursesteenweg 199, 2880 Bornem


  1. Situering
  2. Veranderingen
  3. Grenzen en mogelijkheden
  4. Structuur
  5. Bedoeling
  6. Jaarplanmodel

Situering

Als begeleider Duits in de regio's Leuven en Mechelen bekijk en bespreek ik geregeld jaarplanontwerpen met de leerkrachten; bij het begin van het schooljaar 1992-93 hadden collega Werner Dalemans en ik twee modellen ontworpen en aangeboden. Maar voor veel collega's bleef de onzekerheid voortduren, ook omdat de inspectie zich kritisch uitlaat over de huidige jaarplanpraktijk (cf. inspectieverslag secundair onderwijs 1994-95). Met bijgevoegd model, dat ik intussen in mijn begeleidingsgebied heb voorgesteld en met de leerkrachten besproken, probeer ik een pragmatisch antwoord te geven op de gestelde vragen.

Veranderingen

Uit mijn ervaring weet ik dat de meeste jaarplannen de volgende elementen bevatten:

Ik heb geprobeerd in mijn ontwerp:

Het eerste probleem is dat het ontwerp niet uitgaat van een concreet leermiddel; daardoor worden een aantal invullingen noodgedwongen vaag, en nemen ze de vorm van algemene raadgevingen aan. Wie het model wil gebruiken, zal uiteraard concreter moeten worden.

Het is ook evident dat de integratie van een talrijker aantal elementen uit de onderwijspraktijk het opstellen van een dergelijk model tijdrovend maakt; mij heeft deze eerste poging bijna 25 werkuren gekost. Een onmiddellijke toepassing ervan in alle klassen lijkt me dan ook onmogelijk. Men kan m.i. wel denken aan een aantal tussenoplossingen zoals:

- uitwerking van één klassituatie; de volgende jaren: uitbreiding;

- uitwerking door één leerkracht; geleidelijke uitbreiding;

- gebruik van bepaalde onderdelen, weglating van andere;

- gebruik van de tekst als inspiratiebron voor reflectie en vakgroepdiscussie, vanuit vragen als: hoe combineren we kennis en vaardigheden? hebben we een samenhangend evaluatie- en remediëringsbeleid? besteden we voldoende aandacht aan attitudes, strategieën, klascommunicatie? ...;

- overigens: wie het model gebruikt, moet niet meer uit het niets scheppen en wint daardoor al heel wat tijd!

Structuur

Het model beschrijft de bedoeling via de combinatie van de vijf onderdelen, die de lezer daarna telkens in vijf kolommen terugvindt:

(1) doelstellingen/inhoud;
(2) activiteiten;
(3) timing;
(4) evaluatie & toetsing;
(5) beslissingen/remediëring.

Deze vijfdeling wordt vijfmaal gebruikt: voor de vaardigheid luisteren, de vaardigheid lezen, de vaardigheid spreken, de vaardigheid schrijven, het kennisgebied Landeskunde.

Bedoeling: algemeen

Het is de bedoeling het onderwijs Duits zo efficiënt mogelijk te maken door het ontwikkelen van een beschrijvend model waarin op een dynamische manier zoveel mogelijk aspecten van dit onderwijs worden geïntegreerd.

In dit geval beschrijft het model één lesjaar.

Bedoeling: uitgewerkt

Omschrijven hoe de in het onderwijs Duits bij te brengen

(1) (deel- en totaal)vaardigheden,
kennis, houdingen en attitudes,strategieën

(Dus: doelstellingen én inhouden)

(2) worden omgezet in activiteiten
(Hoe? Wat?)

(3) via een geplande, geordende, geïntegreerde dynamiek
(Waar? Wanneer?)

(Dus: beginsituatie ® concrete progressie vanuit leerlingen)

(4) waarvan de doeltreffendheid wordt geëvalueerd.

(Dus: toetsing in ruime zin)

(5) De evaluatie leidt tot beslissingen en (eventueel) remediëring.

(Dus: tussenfasen/eindfase)

Situatie

Tweede graad, tweede jaar

Studierichting: Economie-Moderne talen

Aantal lesuren per week: 2 (Derde graad: 3-3)

De leerlingen van de studierichting Economie-Moderne talen krijgen apart les. In de derde graad kan men dat vooraf nooit zeker zeggen. Het zou dus nuttig zijn hier al enkele 'economische' klemtonen te leggen.

De leraar

- kan werken met een (vrij) homogene groep;

- beschikt over een verplicht leerplan, dat echter is gebaseerd op een situatie met één lesuur. Hij heeft dus heel wat meer mogelijkheden dan het leerplan voorziet;

- heeft meegewerkt aan de omschrijving van de longitudinale doelstellingen voor deze studierichting, maar is met de collega's nog aan het zoeken wat hij daarvan in dit tweede jaar van de tweede graad zal realiseren.

Beginsituatie van de leerlingen

- Twintig leerlingen.

- Zestien van hen hebben vorig jaar in de school het eerste jaar tweede graad Economie-Moderne talen gevolgd. Twee komen uit andere scholen, twee zijn zittenblijvers.

- Van de collega's eerste en tweede graad (of via instaptoetsen) weten we dat de leerlingen

Cassettes, video ... zijn in hun onderwijsproces tot nu toe zelden of nooit gebruikt.

Niet onbelangrijk

De lezer kan de tekst van dit model (op de volgende bladzijden) naar de eigen tekstverwerker kopiëren en verder bewerken en aanpassen aan de eigen klassen, doelstellingen, leerboeken, enz. Dat kan vanuit deze WvT-weblocatie (http://fuzzy.arts.kuleuven.ac.be/wvt/jrpldu.htm) of via een email vraag aan de redactie
(michael.goethals@arts.kuleuven.ac.be).

Bibliografie

Het concrete leerplan waarnaar in dit voorbeeld verwezen wordt, is: VVKSO, Leerplan Secundair Onderwijs: Duits, tweede graad, ASO-TSO. Brussel: LICAP 1991 (document D/1991/0279/029).

Uitnodiging

Alle reacties zijn hartelijk welkom. Ik zou het vooral zeer waarderen als u uw gebruikservaringen achteraf zou willen meedelen!


Een uitgewerkt model voor een jaarplan Duits 4de jaar
Economie-Moderne Talen - 2 u./w.

VAARDIGHEID LUISTEREN

Doelstellingen/inhouden

Activiteiten (Wat? Hoe?) Timing (Waar? Wanneer?) Evaluatie & toetsing Beslissingen/remediëring

(1) In het Duits geformuleerde mondelinge instructies/opdrachten (door leerkracht of Muttersprachler) begrijpen-uitvoeren (lp p. 6).

(1)(3) Vraag-antwoordsituatie (leerkracht-leerling, leerling-leerling, cassette-leerling); opdracht-uitvoeringsituatie.

Aanbod van de meest voorkomende vraag- en opdrachttypes.

(1) Aanbod van vraag- en opdrachttypes: vroeg en systematisch. Geregelde herhaling volgt automatisch. Vraag- antwoordsituatie, opdracht- uitvoeringsituatie: is in interactief onderwijs voortdurend aanwezig. (1)

- Wordt niet expliciet geëvalueerd. Wie vragen/opdrachten niet begrijpt, 'straft zichzelf'.

- Evaluatie moet steeds in de lijn liggen van het aangeleerde, wat meteen betekent dat ook de vraagstelling al moet zijn aangeleerd.

De vorderingen voor luisteren moeten geregeld worden gecontroleerd; er kan aan de hand daarvan een tussenstand en een eindstand (per jaar, per graad, ...) worden opgemaakt. Zolang luisteren geen afzonderlijke module is, maar een onderdeel van Duits als geheel, zal het een factor zijn in een veel globalere beoordeling. De vakgroep moet beslissen hoe zwaar dit onderdeel in het globaal onderdeel doorweegt.

In elk geval moet worden beslist wat de gevolgen zijn. Ofwel presteert de leerling goed en heeft hij geen specifieke begeleiding nodig, ofwel is hij voor het geheel

niet geslaagd (en hij herbegint of zoekt een andere weg), ofwel wordt hij speciaal voor luisteren begeleid.

Is dat laatste het geval, dan moeten zijn problemen worden gepreciseerd (Kan hij zijn tijd niet goed verdelen? Heeft hij te weinig concentratie? Kan hij de woorden moeilijk betekenis geven? ...).

(2) Strategische vaardigheden ontwikkelen: op een verstandige manier gissen naar betekenis (lp p. 5, ld), hulpmiddelen (bv. vertaalwoordenboek) kunnen gebruiken (lp p. 13), transfereren en aanvullen (lp p. 5), overdragen naar niet-klassikale situaties (lp p. 7), hoofd- en bijzaken onderscheiden, beschikbare tijd goed verdelen, verwantschap met het Nederlands uitspelen ...

Deze vaardigheden worden verwerkt in de luisteractiviteiten. Deze vaardigheden worden verwerkt in de luisteractiviteiten. Deze vaardigheden worden verwerkt in de luisteractiviteiten.

(3) Affectieve doelstellingen nastreven: bereid zijn om met alle medeleerlingen de teksten te beluisteren en de vragen te beantwoorden (mw, ld), zelf korte, interessante teksten opsporen (bv. op TV) en begrijpen (ea, ld).

Deze doelstellingen worden verwerkt in de luisteractiviteiten. Deze doelstellingen worden verwerkt in de luisteractiviteiten Deze doelstellingen worden verwerkt in de luisteractiviteiten
(4) Vijftien interessante, zinvolle, in verzorgd - nadrukkelijk spreekritme aangeboden teksten, zoals

- dialoog (o.a. op kantoor)

- telefoongesprekken (o.a. bestelling)

- algemene gesprekken

- dienstmededelingen

- verzoeken

- reclameboodschappen

- korte reportage

- algemeen commentaar

- kort interview (bv. verpleegster, bejaardenhelpster ...: positieve instelling)

in essentie en in selectieve details begrijpen (überfliegend, global, selektiv, uitzonderlijk intensiv) (lp. p. 6, ld)

(4)(2) Vijftien teksten beluisteren:

- soms met inhoudelijke, soms met lexicale ... Vorentlastung, soms zonder Vorentlastung

- soms gefragmenteerd, soms niet

- soms met globale, soms met 'intensive', soms met 'selektive' .. opgaven: gevarieerde oefenvormen met niet-verbale antwoorden of antwoorden in de moedertaal

- soms eenmaal, soms meer beluisteren

- soms met vraagstelling vooraf, soms niet

- soms met gebruik van hulpmiddelen zoals woordenboeken, soms niet

- soms met ontwikkeling van deelvaardigheden: betekenis en zinsfunctie afleiden, Nederlandse zinspatronen ook in het Duits terugvinden, aanvullen ...

- soms met partner- en groepswerk; zittenblijvers of 'latinisten' kunnen de leiding nemen.

Tekstinhoud:

- dialoog waarbij secretaresse opdrachten krijgt en bijkomende informatie vraagt;

- telefoongesprek waarin klant enkele opdrachten geeft;

- dialoog over enkele dagelijkse thema's;

- dienstmededeling: reisschema van treinen;

- verzoek: vraag om boodschappen te doen, met gewenste producten;

- korte reportage: fragmenten uit nieuws

(4)(2) Vijftien teksten beluisteren:

- helemaal in het begin (twee maanden?) moeten de teksten en opdrachten kort en eenvoudig zijn, zodat de leerlingen de Duitse klankpatronen leren kennen en niet worden afgeschrikt;

- al vrij vlug mogen de teksten langer en moeilijker, en de vragen of opdrachten lastiger worden: de leerlingen hebben immers al veel luisterervaring, en de verwantschap Duits-Nederlands is een grote hulp. Daarom mogen de voorschriften van het leerplan en het aanbod van de meeste leerboeken gerust overstegen worden;

- in principe kan de moeilijkheidsgraad geleidelijk stijgen, maar het bepalen daarvan is zeer moeilijk. De stijging is immers niet enkel afhankelijk van de teksten, maar ook van de Vorentlastung, de opgaven, het gebruik van hulpmiddelen ... Een verantwoorde variatie is zeer aan te bevelen;

- in het begin kan luisteren geïsoleerd worden; geleidelijk kan het worden gecombineerd met andere activiteiten. De strategische vaardigheden kunnen vooral in het begin worden geoefend, maar blijven ook later belangrijk;

- op dit niveau kunnen de teksten vrij kort zijn; ook met de oefenmomenten inbegrepen moet men zeker niet altijd een volledige les aan ontwikkeling van luistervaardigheid besteden.

(4)(2) Per trimester: tenminste twee nieuwe teksten die specifiek voor evaluatie worden gebruikt. Ze hebben ongeveer dezelfde moeilijkheidsgraad, en worden op ongeveer dezelfde manier gesitueerd en bevraagd als de in de loop van het trimester behandelde teksten.

Timing: één ongeveer in het midden, één aan het eind van het trimester.

Beide teksten zullen voor de leerlingen duidelijk in hun evaluatiecontext worden gesitueerd.

In de evaluatie zullen ook strategische vaardigheden worden ingebouwd (bv. goed gebruik van de tijd, interpreteren van betekenis, woordenboek gebruiken ...)

In principe is hier ook permanente evaluatie mogelijk. In dat geval vloeien activiteiten, timing en evaluatie in elkaar over. De leerlingen moeten daarvan duidelijk op de hoogte zijn.

Men moet ook weten of hij ook voor andere taalvakken luisterproblemen heeft, zodat eventueel een gemeenschappelijk remediëringsprogramma kan worden uitgewerkt.

De vakgroep Duits zou een reeks gedifferentieerde, niet in de klas gebruikte luisterteksten met begeleidende oefeningen moeten verzamelen, die kunnen inspelen op de behoeften van de specifieke leerling. Duits heeft daarbij een prima vertrekpunt; via Inter Nationes, de handleidingen van leerboeken, bijkomend materiaal ... is er meer dan voldoende materiaal!

(5) Vijf al vrij complexe, interessante, met beelden ondersteunde teksten, zoals

- diareeksen met commentaar

- eenvoudige tv-programma's

in essentie en in selectieve details begrijpen (überfliegend, global, selektiv, uitzonderlijk intensiv) (lp p. 6, ld)

(5) Vijf met beelden ondersteunde teksten beluisteren

Hoe? Zie hierboven, plus: aandacht voor beeldondersteuning, soms scheiding klank-beeld

Inhoud: diareeksen over Duitse steden

tv-programma's: reclame, aankondiging van programma, korte spelletjes

(5) Vijf met beelden ondersteunde teksten beluisteren: zie hierboven.

Het aspect beeld zal zoveel mogelijk als een natuurlijke hulp bij het luisterproces worden beschouwd.

(5) Zie hierboven.

Tenminste één tekst, waarschijnlijk naar het einde toe van het trimester.

  (3) Leerlingen zelf gelijkaardig materiaal laten opsporen in Duitsland (bv. interview opnemen tijdens uitstap), in Duitse media (bv. radiobericht of korte tv-uitzending);

zo mogelijk in de klas gebruiken.

(3) Materiaal van de leerlingen:

Zo expliciet mogelijk als doelstelling poneren en materiaal behandelen (eventueel: gedeeltelijk laten behandelen door de leerling die het aanbod heeft gedaan). De zittenblijvers kunnen hier misschien het voortouw nemen.

 

VAARDIGHEID LEZEN

Doelstellingen/inhouden Activiteiten (Wat? Hoe?) Timing (Waar? Wanneer?) Evaluatie & toetsing Beslissingen/remediëring
(1) In het Duits geformuleerde instructies/opdrachten (door leraar of Muttersprachler) begrijpen - uitvoeren (lp. p. 7) (1)(3) Vraag-antwoordsituatie, opdracht-uitvoeringssituatie (leerboek-leerling), tijdschrift-leerling...).

Aanbod van de meest voorkomende vraag- en opdrachttypes.

(1) Zie luisteren (1) Zie luisteren Zoals luisteren
(2) Strategische vaardigheden ontwikkelen: zie luisteren  

 

 

 

 

 

(3) Affectieve doelstellingen nastreven: bereid zijn om met alle medeleerlingen de teksten te lezen en de vragen te beantwoorden (mw, ld), zelf korte, interessante teksten op te sporen (bv. in kranten, reclamefolders) en te begrijpen (ea, ld).      

 

(4) Vijftien interessante, zinvolle teksten, zoals

- mededelingen

- reclameboodschappen

- dialogen

- berichten

- programma-overzichten

- pamfletten

- handelsbriefjes

in essentie en in details begrijpen (überfliegend, global, selektiv, intensiv) (lp p. 7, ld)

(4)(2) Vijftien teksten lezen

Hoe? Zoals luisteren

Tekstinhoud:

- Mededelingen: werkreglement, gebruiksaanwijzing, bericht van afgelasting

- Weerbericht, sportbericht, bericht van verkeersongeval, notulen

Korte tekst met moreel probleem

- Tv-agenda, dagschema, overzicht van feestweek

- Verkiezingsgeschrift, als mededeling vermomde reclameboodschap, oproep tot deelname

- Handelsbriefje (bestelling)

(4)(2) Zoals luisteren (4)(2) Zoals luisteren
(5) Vijf al vrij complexe, interessante, met beelden ondersteunde teksten, zoals
  • reclameboodschappen
  • krantenberichtenmet foto's
  • toeristisch materiaal met foto's en tekeningen
  • strips
  • gebruiksaanwijzingen met tekeningen

in essentie en in selectieve details begrijpen (überfliegend, global, selektiv, uitzonderlijk intensiv) (lp. p. 7 ld).

(5) Vijf met beelden ondersteunde teksten

Hoe? Zie hierboven, zie luisteren

Inhoud: reclamefolders met vrij compacte informatie, gelijkaardige folders vergelijken, beschrijving van stad of streek met foto's, hotelcatalogus met vergelijkende logo's, prijzen ...

(5) Zoals luisteren (5) Zoals luisteren
  (5)(3) Zie luisteren

Duitse media: nu kranten, folders, catalogi ...

 

(5)(3) Zoals luisteren

(5)(3) Zoals luisteren

VAARDIGHEID SPREKEN

Doelstellingen/inhouden Activiteiten (Wat? Hoe?) Timing (Waar? Wanneer?) Evaluatie & Toetsing Beslissingen/remediëring
(1) Duits reproduceren (mondeling):

- de standaardtaal van Muttersprachler imiteren (lp. p. 7)

- voorgezegde woorden (zinnen) onmiddellijk herhalen (lp. p. 7)

- een korte, eenvoudige tekst hardop lezen (lp. p. 7)

- eenvoudige taalfuncties (zich verontschuldigen, informatie vragen ...) weergeven (lp p. 8, p. 10)

- een rol in een vastgelegde korte dialoog vertolken (lp p. 8)

- overdracht naar niet-klassikale situaties (lp p. 8) ...

(1) Duits reproduceren (mondeling):

- klankenreeksen, woorden, zinnen nazeggen (voorgezegd op cassette, door de leraar; met correctiefase; zonder visuele fase)

- een korte, eenvoudige tekst hardop lezen (voorgezegd op cassette, door de leraar, met correctiefase)

- eenvoudige taalfuncties weergeven (voorgezegd op cassette, door de leraar, met correctiefase; zonder visuele fase)

- een rol in een vastgelegde korte dialoog vertolken (voorgezegd op cassette, door de leraar, met correctiefase (individueel, met partner)

Tekstinhoud: voorlopig volledig in functie van beperkte mogelijkheden (korte dialoogjes met elementaire informatie)

(1) Duits reproduceren (mondeling):

- reproduceren komt in principe voor produceren;

- de reproductie wordt geleidelijk opgebouwd. Voortdurend wordt nagegaan of de sprongen niet te groot zijn; herhaling blijft een noodzaak, en hierbij is differentiëring nodig;

- vanaf het begin worden aan de kwaliteit van het geproduceerde hoge eisen gesteld;

- de zittenblijvers kunnen eerst aan het woord komen.

(1)(2) In dit kader is zowel permanente evaluatie als occasionele evaluatie mogelijk. In geen geval mag toetsing beperkt blijven tot één proef per trimester: de prestaties van de leerlingen moeten geregeld worden geëvalueerd met opgaven die in de lijn liggen van het al geleerde, dus zeker ook met dialogen.

Geleidelijk zal men daarbij overgaan van reproductie naar productie.

De evaluatie zal plaats vinden op basis van een reeks parameters die verwerkt zijn in evaluatieschema's; over het gebruik daarvan moet overeenstemming bestaan binnen het vak, en liefst voor alle moderne vreemde talen.

Opname op cassette verdient aanbeveling, maar correctie aan de hand daarvan neemt veel tijd in beslag.

Bij de beoordeling dient rekening gehouden met correctheid en vlotheid, maar ook met andere affectieve en strategische vaardigheden (bv. bereidheid, verantwoorde creativiteit, luisteren naar de tegenspeler ...).

De leerlingen moeten van de evaluatiemethode en de evaluatiecomponenten op de hoogte worden gebracht.

De vorderingen voor spreken moeten geregeld worden gecontroleerd; aan de hand daarvan kunnen een tussenstand en een eindstand (per jaar, per graad ...) worden opgemaakt. Zolang spreken geen afzonderlijke module is, maar een onderdeel van Duits als geheel, zal het een factor zijn in een veel globalere beoordeling. De vakgroep moet beoordelen hoe zwaar dit onderdeel in het globale oordeel doorweegt, en hoe zwaar de verschillende componenten doorwegen in het onderdeel spreken (de discussie over vlotheid versus correctheid, maar ook andere componenten spelen mee!). In elk geval moet worden beslist wat de gevolgen zijn. Ofwel presteert de leerling goed en heeft hij geen specifieke begeleiding nodig, ofwel is hij voor het geheel niet geslaagd (en hij herbegint of zoekt een andere weg), ofwel wordt hij speciaal voor spreken begeleid.

 

(2) Duits produceren (mondeling):

- Tekstvragen beantwoorden (lp p. 8, ld)

- Korte dialoogjes vertolken aan de hand van Schlüsselwörter (lp p. 8)

- De tweede rol spelen in een dialoogje waarvan de eerste rol is ingevuld (ld)

- Vragen stellen (ld)

- Eenvoudige taalfuncties produceren (ld)

- Eigen mening formuleren (ld)

- Kort en eenvoudig beschrijven (ld)

- Korte gesprekken met Duitstaligen tijdens uitstap naar Duitsland (ld)

(2) Duits reproduceren (mondeling):

- vraag-antwoordsituaties met wisselende rollen (cassette-leerling, leraar-leerling, leerling-leerling; met correctiefase)

- rollen in dialoogjes spelen (geleidelijke, sterk geleide opbouw: met Schüsselwörter, eerste rol vooraf ingevuld, wisseling van rollen, van lichte transfer naar tamelijk vrije situatie-geregelde partnerwisseling; bewerking van de belangrijkste taalfuncties; voorbereiding met partner);

- eigen mening formuleren (aan de hand van enkele standaardzinnen); tegenover elkaar plaatsen van meningen

- een korte beschrijving (van het vakkenprogramma, van de familie ...)

- korte gesprekken met Duitstaligen (tijdens dagtrip naar Duitsland. Goed vooraf voorbereid en normaal-functioneel: wegbeschrijving, inlichting vragen in VVV-kantoor ... Zo mogelijk: opnemen en laten analyseren & correctie)

(2) Duits produceren (mondeling):

- van reproductie met lichte transfer kan men geleidelijk verder gaan: reproductie met Lücken, één rol aanbieden/één rol spelen, productie met Schüsselwörter...;

- de zittenblijvers kunnen eerst aan het woord komen;

- deze opbouw zal zeer geleidelijk en sterk geleid verlopen; de sprongen mogen nooit te groot zijn. Correctie en herhaling zijn steeds nodig;

- de affectieve component zal steeds worden beklemtoond (positieve samenwerking!); er wordt geregeld van partner gewisseld;

- het gaat niet enkel om vlotheid, maar evenzeer om correctheid: de correcte toepassing van lexicale en grammaticale elementen mag in geen geval worden verwaarloosd. De progressie zal grotendeels door deze correctheid worden bepaald;

- de monoloogjes (eigen mening, beschrijving) zullen eveneens geleidelijk en sterk geleid worden opgebouwd (precieze lengte; Schlüsselwörter ...);

- de uitstap naar Duitsland en de ermee samenhangende gesprekken met Duitstaligen vinden liefst laat in het jaar plaats. Ook hier is een sterke begeleiding nodig, die in de analyse achteraf sterk zal doorwegen.

  Is dit laatste het geval, dan moeten de problemen worden gepreciseerd (Vlotheid: 'blokkeert' de leerlingen door de zenuwen? Laat hij zich 'wegspelen' door zijn partner? Kan hij niet improviseren? ...

Correctheid: beheerst hij de werkwoordsvormen niet? Beheerst hij het naamvalgebruik niet na voorzetsels? ... Bereidheid: kiest hij systematisch voor een minimumprestatie? ...). Men moet ook weten of hij voor andere taalvakken spreekproblemen heeft, zodat eventueel een gemeenschappelijk remediëringsprogramma kan worden uitgewerkt.

Via Inter Nationes, de cassettes bij leerboeken ... is er voor Duits heel wat remediëringsmateriaal; eventueel kunnen ook de betere leerlingen of de zittenblijvers worden ingeschakeld. Het beschikbare materiaal zou door de vakgroep Duits moeten worden verzameld, geïnventariseerd en geoperationaliseerd: wat is nuttig op welk niveau?

 

(3) Strategische vaardigheden ontwikkelen:

- gegevens transfereren naar een licht verschillende context (bv. van mededelende naar vragende zin, verandering van plaats ...), goed timen, de goede toonhoogte, intonatie ... gebruiken; regels in hiërarchische volgorde kunnen toepassen, verwantschap met het Nederlands gebruiken zonder letterlijk te vertalen, tekorten opvangen door andere overschrijvingen ...

- bij reproductie en productie gepast en correct gebruik maken van woorden en zinswendingen uit de sfeer van personalia (lp p. 10), reizen/verkeer (lp p. 10), inkopen (lp p. 11), het weer (lp, p. 11), de kalender (lp p. 11), de omgeving (lp p. 11), schoolvakken (lp p. 11), woningen (lp p. 11), gebruiksvoorwerpen (lp p. 11), routinebezigheden (lp p. 11) (= deelvaardigheden);

- bij reproductie en productie gepast en correct gebruik maken van vormen en functies van

× de nominatief,

×de accusatief en datief (ook na voorzetsels) van lidwoord, (persoonlijk, bezittelijk, aanwijzend, vragen, reflexief) voornaamwoord, substantief

× eigennamen van personen in de genitief

× Präsens, Futur, Perfekt van de actieve Indikatievormen; Infinitiv, Imperativ

× de enkelvoudige zin

(lp p. 11; ld voor het zwak gebruik van het substantief en de voorzetsels met naamval) (= deelvaardigheden)

2)(3) Vraag-antwoordsituatie: vragen stellen in verband met de klassituatie en het leerproces (na aanbod van de meest voorkomende vraagtypes) (2) (3) Aanbod/reproductie van de belangrijkste vraag-antwoord- en opdrachttypes: zo vroeg mogelijk. De uitvoering is in interactief onderwijs in elke les aanwezig.    
(4) Affectieve doelstellingen nastreven: bereid zijn om met alle medeleerlingen te dialogeren, zijn zegje willen hebben en dat harmonisch combineren met het zegje van anderen (mw, ld), precisie willen nastreven (ld).  

 

 

 

   
  (3) De voor de strategische vaardigheden benodigde grammaticale en lexicale kennis wordt geleidelijk aangeleerd.   (3) De strategische deelvaardigheden in lexicale en grammaticale zin worden zoveel mogelijk 'in actie', dit is in (1) en (2) mee geëvalueerd. Afzonderlijke toetsing van deze deelvaardigheden is mogelijk, maar 'communicatieve' toetsing ervan verdient aanbeveling.  

VAARDIGHEID SCHRIJVEN

Doelstellingen/inhouden Activiteiten (Wat? Hoe?) Timing (waar? Wanneer?) Evaluatie & toetsing Beslissingen/remediëring
(1) Duits reproduceren (schriftelijk):

- woorden en korte zinnen correct overschrijven (lp p. 8)

(1) Duits reproduceren (schriftelijk): correct overschrijven van bord, blad of boek (tussenstap: met ontbrekende letters ...) (1) Duits reproduceren (schriftelijk): zoals spreken Zoals spreken Zoals spreken
(2) Duits produceren (schriftelijk):

- mondeling overgebrachte woorden en korte zinnen correct noteren (lp p. 8);

- eenvoudige taalfuncties correct noteren (zich voorstellen, zich excuseren ...) (lp p. 8);

- een tekst samenvatten met sleutelwoorden of korte zinnen (lp p. 8);

- korte tekstjes opstellen met Schlüsselwörter of korte zinnen (lp p. 8);

- korte brief of briefkaart met vooraf gegeven formules (lp p. 10);

- korte beschrijving (ld)

(2) Duits produceren (schriftelijk):

- mondeling overgebrachte woorden/korte zinnen correct noteren (voorgezegd op cassette, door de leraar, eventueel door de leerling nagezegd; correctiefase);

- eenvoudige taalfuncties correct noteren: idem;

- een tekst(je) samenvatten/opstellen met sleutelwoorden/korte zinnen (combinatie met luistervaardigheid of leesvaardigheid; ook tussenvormen zoals schematisch lijstje met personalia, boodschappen ...);

- korte brief of briefkaart met vooraf gegeven formules (persoonlijke briefkaart met één mededeling, handelsbriefje met voorgegeven formules);

- persoonsbeschrijving.

 

(2) Duits produceren (schriftelijk):

- van reproductie met lichte transfer kan men geleidelijk verder gaan: reproductie met Lücken, één rol aanbieden/één rol schrijven, productie met Schlüsselwörter ...;

- deze opbouw verloopt sterk geleid en zeer geleidelijk; de sprongen mogen nooit te groot zijn. Correctie en herhaling zijn steeds nodig;

- het gaat niet enkel om vlotheid, maar ook om correctheid: de correcte toepassing van lexicale en grammaticale elementen mag in geen geval worden verwaarloosd. De progressie zal grotendeels door de correctheid worden bepaald;

- huistaken zullen in het volledige schrijfproces worden geïntegreerd.

   
(3) Strategische vaardigheden ontwikkelen

Zoals spreken

(3) Zoals spreken      
(4) Affectieve doelstellingen nastreven: bereid zijn tot schrijven, precisie willen nastreven (ld)        

KENNIS: LANDESKUNDE

Doelstellingen/inhouden Activiteiten (Wat? Hoe?) Timing (Waar? Wanneer?) Evaluatie & toetsing Beslissingen/remediëring
(1) Duitstalige landen met hoofdstad; ligging op de landkaart (lp p. 10) (1) Aanduiding op de kaart:

namen in het Duits memoriseren

situering ten opzichte van elkaar en van België

aanknopen bij ervaringen van de leerlingen

(1-2-3) Eerste les: kennismaking met de landen, de gegevens, de Eifel en Monschau

(in hoofdzaak in het Nederlands; met landkaart en eventueel dia's)

- De kennis wordt in de loop van het jaar verschillende malen bewezen; bij uitbreiding wordt het vroeger verworvene herhaald.

- De gegevens moeten absoluut definitief worden verworven. Wat de leerlingen zich niet meer herinneren, moet telkens weer (eventueel individueel) nadrukkelijk worden aangebracht.

(2) Internationale rol van Duitsland (lp p. 8)  

(2) Aansluitend:

in- en uitvoer tussen België en Duitsland

enkele Duitse producten

de Duitse Mark

 
(3) Informatie over Monschau en de Eifel (lp p. 10; ld) (3) Situering op de kaart:

Monschau, de Eifel & Oostkantons (Duits in België) (Aken, Keulen, ..?)

 
(4) Enkele aspecten van het dagelijkse leven in Duitsland (lp p. 8) (4) Leesteksten/diareeks over Monschau, de Eifel

(Toeristische gegevens, precieze ligging, afstanden, enkele economische gegevens ...) Zie: lezen, luisteren

(4) Leesteksten/diareeks: in de loop van het jaar.

De in de eerste les verworven kennis wordt op die manier enkele malen in het Duits herhaald en uitgebreid (kennis op lange termijn!). De gegevens moeten door de leerlingen geleidelijk ook sprekend en schrijvend kunnen worden gereproduceerd.

start