Louis Rochette had in het moeilijke laatste oorlogsjaar het roer van Laurent Halflants overgenomen en werd weldra geconfronteerd met een nieuwe mentaliteit onder leraars en leerlingen: 'l'esprit d'indépendance'. Die 'vrijgevochten' geest werd vooral voelbaar via de Vlaamse ontvoogdingseisen. Louis Rochette was als patriot en als priester een voorbeeld. De overtuiging van zijn bisschop, 'le grand cardinal belge' Mercier, betekende voor hem een heilig kompas. 'Nous devons défendre notre père spirituel contre les calomnies.' Dit was het motto van een van de leraarsvergaderingen omstreeks 1920. 

directeur rochette tussen twee vuren


Dir. Rochette

Tussen die leraars trof men weliswaar geen anti-Belgische oproerkraaiers aan, doch verscheidenen onder hen sympathiseerden met de Vlaamse zaak. Vennekens, die ook als legeraalmoezenier te Goetsenhoven nauw aan de school verbonden bleef, wist uit zijn frontervaring wat 'pour les flamins la même chose' betekende. Frans Vermuyten had als retoricastudent in het St.-Romboutscollege het idee van een Vlaamse gebedenbond geïnitieerd bij de Vlaamse studerende jeugd van het bisdom. Brosens was een Standaardlezer. Hij en Michielsen kwamen uit het Klein Seminarie van Hoogstraten. Was dat niet een kweekschool van 'petits vicaires', die de Vlaamse bewustwording aan de basis uitzaaiden? (Hoewel... ook van directeurs zoals L. Rochette.) In 1919 hadden geestelijken van daaruit getracht een petitie-actie voor de vernederlandsing van het katholiek middelbaar onderwijs te organiseren onder hun collega's van de bisschoppelijke colleges. Deze ontlokte bij Mercier een furieus rondschrijven aan de directeurs: 'Que vos professeurs, vous communiquent les résultats de leur expérience et que vous nous les transmettiez, si vous le jugez utile et opportun, c'est dans l'ordre. Mais que les inférieurs s'attribuent la mission d'introduire dans la Sainte Eglise, si respectueuse qu'en soit l'expression, la pratique d'un référendum, ce n'est plus dans l'ordre.' 

la question flamande

In de pauselijke brief 'Cum semper' van 10 februari 1921 werd het de leerlingen verboden deel te nemen aan 'réunions publiques où se discute "la question flamande". Vóór de paasvakantie en de zomervakantie 1921 werd daar telkens aan herinnerd. Wat op de leerlingen toepasselijk was, gold natuurlijk zeker voor degenen die hun het voorbeeld moesten geven. In de jaren 1919-1921 werd 'la question flamande' een vast agendapunt van de professorenvergaderingen. In het memorandum van Rochette treft men regelmatig waarschuwingen aan als: 'Défense de collaborer aux publications. -Journal: article sent le dégoût du francais. - Pas mêler les élèves a la q. flam. - Le cercle flamand: les professeurs ne doivent pas s'en mêler.' Hij drong ook opvallend aan op discretie bij de omgang met bepaalde families in de stad, zonder die met naam te noemen. Misschien zinspeelde hij daarbij op de contacten van o. a. Vennekens en Brosens met katholieke vlaamsgezinden, waaronder Lode Rock. Bepaalde kringen in de stad namen het deze kwalijk dat hij bevriend bleef met de verpersoonlijking van het activisme, Lodewijk Dosfel. Men vergete bovendien niet dat zich onder de dominicanen van Tienen een Vlaamse kern bevond met de paters Berghmans, Van Gerven en Dox. Deze laatste was één van de houthakkers van de Orne, de beruchte strafcompagnie van Vlaamse frontsoldaten. 

Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 24 april 1921 namen de Tiense liberalen de taalstrijdperikelen te baat om de Vlaamse vleugel binnen de katholieke zuil aan te vallen. Zij brandmerkten deze als een stel ouders die zich door hun jonge zonen lieten op sleeptouw nemen, en als geestelijken en onderwijzers die vaderlandsliefde zouden moeten onderwijzen, maar in plaats daarvan de nederlaag van de Duitsers betreurden. 

Vanaf het schooljaar 1921-1922 merkt men echter een kentering bij de directie. De bestuurder repte op de bijeenkomsten nog nauwelijks over de Vlaamse zaak. Het taalgebruik buiten de lessen schijnt rond die tijd te zijn gewijzigd. Het Nederlands werd gelijkberechtigd. De scholieren spraken voortaan Frans gedurende de eerste drie, Nederlands gedurende de laatste drie dagen van de week en dus niet meer alleen tijdens de vier namiddagen. In de studiekring, gesticht op 11 oktober 1922, werden Vlaamse onderwerpen niet geschuwd. Het verslagboek is in het Nederlands gesteld. Slechts één lid, Jean Sevenans, weigerde de Nederlandstalige vergaderingen bij te wonen. 

In 1923 schreef de Davidsfondsafdeling, die zich optrok aan figuren als Lode Rock, Staf Billen en Jozef Vennekens, weer een opstelwedstrijd uit voor studenten van de hogere middelbare cyclus. In datzelfde jaar herrees de studentengilde 'Hagelands Weergalm' onder impuls van diezelfde mensen én Brosens. De Vlaamse cultuur en invloed zaten duidelijk in de lift, ook in de Tiense gemeenschap. 

Had de intellectueel, die Rochette zeker was, onder inspiratie van enkelen van zijn leraars begrepen dat een college niet het wereldvreemde gesticht van vroeger mocht blijven? In elk geval kregen die leraars de kans te werken aan de morele en culturele verdieping van hun pupillen in een meer taal- en cultuureigen klimaat. Aan de andere kant wou Rochette de lat gelijk houden voor Vlamingen, Walen en Franstalige Tienenaars. Voor hen was vroeger een 'cours supplémentaire en langue flamande' voorzien. Deze was van 1918 tot 1923 afgeschaft, maar werd sedertdien tot en met 1930 opnieuw georganiseerd. Te oordelen naar het aantal inschrijvingen, zat er echter weinig animo in: 1924: 6, 1925: 3, 1926 (sedertdien in 2 leergangen): 7, 1927: 8, 1928: 5, 1929: 4, 1930: 2. 

transmutatieklassen

Directeur Rochette ging echter verder. Hij maakte gebruik van de mogelijkheid om voor Franstalige minderheden in Vlaanderen transmutatieklassen te organiseren. In De Wekker van 31 maart en 7 april 1928 verscheen de advertentie: 'A partir du mois de septembre la direction du collège ouvrira une section préparatoire spéciale française pour les enfants qui reçoivent leur éducation en français.' Dit gebeurde op vraag van een aantal ouders. In de kerken hing een tweetalig aankondigingsbericht. 

Deze maatregel viel bij verscheidene partijen niet in goede aarde. De Volkswil, Weekblad der Werkliedenpartij van het arrondissement Leuven, speelde in zijn editie van 27 mei 1928 vuurtjestook. Was dit in feite geen nieuwe Franse school? Zouden enkel Waalse en Frans-sprekende kinderen toegang krijgen? Zal de bevolking van die klassen wettelijk voldoende zijn? Ten slotte stelde men zich vragen over bepaalde geruchten. Was het waar dat Poullet, de katholieke politieke leider, in september de strijdvlag van de Katholieke Vlaamse Bond kwam overhandigen, dat kardinaal Van Roey ze zou komen wijden ter gelegenheid van de inhuldiging van de Franse klassen? Met die laatste suggestie gaf het socialistische blad zijn ware bedoeling prijs: onrust stoken in het katholieke kamp. Daar was immers al beweging genoeg. Naar de buitenwereld toe maakte De Wekker (9 juni) zich er nogal luchtig vanaf. Gingen de socialisten nu terug naar de kerk, waar dat nieuws geafficheerd hing? Voor het overige moesten de vrijzinnigen de hand maar in eigen boezem steken. In het atheneum en de provinciale normaalschool was er een volledige Franse voorbereidende afdeling. En verder stond tegenover 2 Franse bewaarscholen, 2 Franse lagere scholen voor jongens en 1 voor meisjes die ene vrije Franse afdeling in het college. 

Het artikel van De Volkswil had echter zijn doel bereikt. In 1928 was op initiatief van het Davidsfonds (meer dan 400 leden) de Katholieke Vlaamse Bond, afdeling van de Katholieke Vlaamse Landsbond, tot stand gekomen. Deze vereniging diende als pressiegroep. Haar oprichting getuigt van de groeiende invloed van de vlaamsgezinden. Deze bond liet niet na te protesteren in een brief aan Rochette. Hij is gedateerd op 3 juni 1928 en ondertekend door ondervoorzitter Lode Rock en schrijver Rik Delport.

Temidden van deze strubbelingen verliet E.H. Rochette het college. Hij werd op 14 november 1928 pastoor van St.-Jacob te Leuven. Het succes van de transmutatieklassen was maar bleekjes. Zij vormden weinig meer dan een select clubje van gepriviligieerde kinderen.

© kvr