armste college van het bisdom

Deze vaststelling komt uit een verslag van directeur Brams bij het begin van schooljaar 1955-1956. Er is geen enkele reden om ze te betwijfelen. Oud-leerling Elshout (1ste mod. 1949-1950) herinnert zich zijn klaslokaal van de 5de moderne zo: 

'Een echt wanordelijk en folkloristisch geval dat het 
"zaaltje" werd genoemd. De trommels, vaandels 
en andere dingen, die duidelijk naar de KSA verwezen,
maakten het ons enigszins moeilijk om gemakkelijk 
op een wankele stoel achter een nog wankeler tafeltje 
te zitten. En toch waren we blij dat we niet in die lange 
banken van 6 leerlingen in andere klassen moesten 
inschuiven. Soms vergaderde er ook de Congregatie 
en daarna was het moeilijk om terug "onze" tafel en 
"onze" stoel te vinden. Er lagen ook lansen die ons 
deden denken aan Afrika en waarmee tussen twee 
lessen al eens in de gordijnen werd geworpen van 
het toneelverhoog, dat ook in het "zaaltje" aanwezig was. 
Pas toen Molotov (E.H. Donders) met een stapel 
begeleidende leslectuur door een stoel was gezakt 
- wij hadden de stoelpoten wel een kleine behandeling 
gegeven! -, kregen wij iets beter meubilair, 
waarschijnlijk in één of andere Latijnse klas afgedankt.'

Infrastructuur en gebouwen voldeden totaal niet, maar het geld om daaraan te verhelpen ontbrak even totaal. Altijd werd er gedacht aan besparing. Legerkasten werden dankbaar aanvaard. In 1951 plande men nog de aankoop van driepersoonsbanken, wat door het bisdom als ouderwets werd geadviseerd. Pas twee jaar later werden er 70 stoelen voor het zaaltje en 50 nieuwe banken voor de kapel gekocht. Deze laatste werd tegelijk met andere lokalen herschilderd en kreeg in 1956 parket. Er kwamen enkele turntoestellen, de meest noodzakelijke labotoestellen en eindelijk werden de laatste lokalen van elektriciteit voorzien (1953). De lamentabele huisvesting van de priesters werd verbeterd door de bouw van de nieuwe slaapkamers (september-december 1950). Van nieuwbouw was er geen sprake. Wel dacht men aan de toekomst door het verwerven van het huis van de geburen Foutrel-Van Velthem (april 1954 en november 1955). 

Toen het probleem nijpend werd door de stijgende schoolbevolking, paste men lapmiddelen toe. Het zaaltje werd in twee lokalen verdeeld (september 1954). Begin 1956-1957 moest onderwijzer Francen met zijn klas de bovenzaal van de Patria gebruiken. Na veertien dagen gaf hij de voorkeur aan de studiezaal boven een dagelijkse doortocht door het cafélokaal. Einde 1956 kwamen in de Patriatuin twee noodklassen in snelbouwsteen gereed. Het volgende schooljaar sloeg men de zolder van de oude bouw aan: nogmaals 2 lokalen gewonnen! De leerlingenstroom bleef aanhouden. Toen waagde men de oversteek naar de kazerne, die al een jaar leeg stond. Na een boel onderhandelingen gaf het leger de gebruikstoelating. (De aankoop bleek ondertussen geen fictie meer.) Vanaf het 2de trimester 1958-1959 werden 4 lokalen betrokken door een deel van de voorbereidende. De eerste fase van de bouw- en bankscheiding tussen humaniora en basisschool was daarmee doorgevoerd.

© kvr