Paring<

Paring

De idylle tussen de rechts geringde Kerkuilen intensifieert. Op 6/1 is er opvallend veel gestoei in de nestkast: de uilen vliegen samen af en aan, rollen vechtend binnen en buiten en geven kopjes aan elkaar. Dit gedrag vertonen de uilen ook de 10 volgende dagen met ’s nachts veel ‘va et vient’. Op 16/1 paren ze voor het eerst in de nestkast en voortaan gaat er geen dag voorbij zonder paring(en). Overdag blijft het mannetje in de nestkast. Hij heeft zijn ontmoetingen met het vrouwtje meestal ’s nachts. Paringen gebeuren dikwijls in kamer 2 maar opvallend veel ook in het invlieggat.

Paniek op 20/2: het mannetje is alleen en blijft alleen, dag na dag! Tot 25/2 want dan is het vrouwtje terug. Misschien geraakte ze opgesloten in een boerenschuur waar ze ging jagen en die, gezien het barre weer, gesloten werd terwijl ze nog binnen zat? Het mannetje is blijkbaar erg blij want op 27/2 komt hij met een muis aandragen voor het vrouwtje. Er wordt gepaard waarna het vrouwtje de muis opslokt.

Begin maart komt er een onrust over beide Kerkuilen. Het mannetje gaat ’s nachts om de tien minuten zitten uitkijken in het invlieggat. Het vrouwtje wil altijd maar paren en gaat met stokjes aan de slag in kamer 2. Is dit nestgedrag? Grote verandering: het is niet langer het mannetje dat overdag in de nestkast blijft, maar het vrouwtje.