>Uilenkast

Nestkast

Volgende stap: op zolder een nestkast installeren. Eddy Sente kon ze maken, ze plaatsen deden we zelf. Maar uit onverwachte hoek kwam er bezwaar… In het voorjaar 2016 had een Oehoepaar gebroed in de kerktoren van Bunsbeek en men hoopte dat het koppel ook in 2017 zou blijven nesten. Blijkbaar staat Kerkuil echter ook op het menu van de Oehoe, wat ons door de provinciaal afgevaardigde van de Kerkuilwerkgroep werd gesignaleerd. Met de woorden “Jullie wonen op 600 meter van de kerk. Je gaat de kippen toch niet bij de vos zetten?!” werden we aangemaand om onze nieuwe kerkuilenkast gesloten te houden tot er uitsluitsel was over de Bunsbeekse Oehoes. Eind  februari 2017 was het duidelijk: de Oehoes waren naar andere oorden vertrokken. Jammer wel, want zij waren de topattractie van de regio in 2016. Honderden vogelliefhebbers uit alle provincies en zelfs uit Nederland waren naar Bunsbeek gekomen om de pulli te zien en te fotograferen. Jammer genoeg waren niet alle fotografen even gedisciplineerd. Sommigen bleven niet aan de straatkant staan maar gingen de begraafplaats rond de kerk op om nog korter bij de uilen te komen. Dit wangedrag – sommige mensen zouden zelfs op graven gaan staan - noopte de gemeente om met een nadarafsluiting de toegang tot het kerkhof te verhinderen. Te laat misschien, want mogelijks beslisten de Oehoes naar een andere plek te verkassen wegens de verstoringen zo kort bij hun nest in Bunsbeek. (Dit even terzijde.)

Eind februari was het dus een uitgemaakte zaak: er zaten geen Oehoes meer in Bunsbeek en dus kon onze kerkuilenkast open. Eddy Sente had ze voorzien van een afsluitschuif en die werd begin maart 2017, na het fiat van Vogelwerkgroep Oost-Brabant, geopend. Nu begon het spannende wachten. We moesten er rekening mee houden dat het jaren kon duren eer de nestkast zou worden opgemerkt door een Kerkuil.

Groot was echter de teleurstelling toen in april bleek dat Kauwen de hele nestkast hadden volgepropt met takken en takjes! Quasi onopgemerkt hadden ze dat gedaan want we zagen slechts nu en dan één van de snoodaards aan het invlieggat zitten en nooit liet eentje zich betrappen met een tak in de bek!  Enfin, een kauwennest was de bedoeling niet, dus werden de takken verwijderd… een hele kruiwagen vol! Bezorgd zochten we op internet en in uilenboeken naar middelen om Kauwen uit de nestkast te houden. We waren duidelijk niet de enigen die met dit kauwenprobleem te maken kregen want we stootten op webpagina’s waar nestkastbezitters speciale constructies aanraadden met b.v. lange pijpen van aan het invlieggat naar de nestkast “om een toegang te creëren zo complex dat Kauwen er niet willen binnengaan.”

Gepolst naar zijn mening wees Kamiel Aerts, autoriteit binnen de vogelwerkgroep, deze oplossingen van de hand: “Waar een Kerkuil binnen kan, daar kunnen Kauwen ook binnen.” was zijn oordeel. “Als je woont in een buurt met veel Kauwen omtrent, dan zullen zij altijd je nestkast willen gebruiken.” voorspelde Kamiel. “Maar je weet nooit. Soms gaat het raar. Ik heb ooit een uilenkast geopend met in de eerste kamer een nest Kauwen en in de tweede kamer een nest Kerkuilen. De Kerkuilen moesten langs het kauwennest passeren om aan hun eigen nest te geraken! Toen de kauwenjongen uitkwamen, werden ze wel één voor één  door de Kerkuilen gepakt om er hun jongen mee te voeden. ”