Louis Van Gramberen

van ijzer of graniet?

sportfig.gif (2639 bytes)

vangramb.jpg (15685 bytes)

"Zou hij meedoen? Is hij erbij?"
"Wie?"
"Louis Van Gramberen, tiens!"

Rond Hagelandse voetbalvelden wordt er druk gefluisterd als Toekomst Bunsbeek het veld betreedt.

"Ja, daar is hij... die met zijn witte haarvlok!"
"Maar... dat is nen ouwe!"
"Nen ouwe?! Dat wij maar zo nen ouwe hadden! Die heeft vorig seizoen wel 40 goals gemaakt!"

Louis Van Gramberen - is hij van ijzer en staal? Neen, want ondanks zijn jarenlang verblijf in een vochtige omgeving (Louis werkt in de brouwerij van Hoegaarden), ondanks een hoge persoonlijke vochtigheidsgraad (Louis lust wel een pint) komt er geen roest op deze stormer. Is hij dan van graniet? Neen, kan evenmin... Louis is wel beresterk en bikkelhard... maar hij is niet log en zwaar. Hij start als de bliksem en loopt als een hinde en... hij rookt! Een bierdrinkende, veertigjarige roker die in de sprint alle jongeren het nakijken geeft - kan dat eigenlijk wel?! Ja, maar alleen in Bunsbeek want daar hebben ze Louis, dat vat vol tegenstrijdigheden, die speling van de natuur, die aanfluiting van de logica, die enige vent!

Louis werd op 13 september 1954 in Glabbeek voor het voetbal geboren. Al 25 jaar speelt hij met het ronde ding, al 25 jaar draaft hij onvermoeibaar over Hagelandse weiden, al 25 jaar is voetbal zijn lust en zijn leven. Ook zijn huwelijk is een rechtstreeks gevolg van zijn sportieve bedrijvigheid. In 1981 "kwam Louis over de Velpe" voor Bernadette, een pront Bunsbeeks meisje dat voetbalde! Bernadette speelde mee met de Bunsbeekse vrouwenploeg. Tijdens het bal van Toekomst Bunsbeek in Zaal De Ton ontmoetten zij elkaar. Beiden waren jong,beiden sportief, en van het een kwam het ander. Na de eerste studieronde begon de eigenlijke match met volle fysieke inzet, met verlengingen, een terugmatch, een belle... en tenslotte een huwelijk! Bernadette en Louis kregen een zoon: David. En wat dacht je? David voetbalt bij Toekomst Bunsbeek! Hij wordt voorbereid op een keepersloopbaan en ging o.a. naar de keepersschool van Eric Delen op de Heyzel.

Louis:
Tegenwoordig wordt de jeugd goed opgeleid. Wij in onze tijd niet. Ik heb nooit een opleiding gehad, vandaar mijn mindere techniek. Als 14-jarige sloot ik me aan bij Glabbeek. Jeugdploegen bestonden toen niet, dus moest ik direct met de reserven meespelen! In Glabbeek speelde ik meestal rechtsback. Ik spiegelde mij aan Eric Gerets. Dat was mijn idool. Mijn spelwijze geleek trouwens op die van hem: uit dev erdediging komen en altijd maar mee naar voor! Toen ik in '83 naar Bunsbeek kwam werd ik opgesteld als diepe spits, om gaten te trekken en goals te maken. Gemiddeld maakte ik toch zo'n 20 goals per seizoen. Vooral tegen mijn ex-ploeg Glabbeek speelde ik altijd als een leeuw! Ik geloof dat die het zich beklaagd hebben dat ze me lieten gaan... Vorig seizoen maakte ik b.v. 7 goals tegen hen: 4 ginder en 3 hier!

Mijn grote ontgoocheling is dat ik nog nooit kampioen ben geworden. Twee keer ben ik er kort bij geweest. Eén keer met Glabbeek... Wij eindigden vlak na Hoeleden, en zeggen dat Hoeleden tegen ons niet kon winnen! We waren ze op hun eigen terrein zelfs gaan kloppen! En dan nog eens met de reserven van Bunsbeek in '92-'93. We hadden evenveel punten als Kersbeek en we werden toch geen kampioen. Ik maakte dat seizoen 38 goals, maar thuiss peelden we slechts gelijk tegen Heide Linter en dat kostte ons de titel. Toen heb ik geweend als een klein kind en mijn voetbalschoenen weggesmeten, dat ze vlogen tot in het veld van Vranckx!

BOK:
Jij hebt anders wel belangrijke goals gemaakt.

Louis:
Zeker en vast! Dat jaar in Kumtich... Als we verloren, zakten we en we krijgen toch wel een penalty tegen zeker! Onze keeper pakt hem! Hij stampt direct ver uit: Louis er achteraan en goal! 0-1 voor Bunsbeek! Dat is natuurlijk geweldig, voor de spelers, voor de supporters... Dan zijt ge de held!

In Zoutleeuw scoorde ik eens na 3 seconden. Dat is misschien een wereldrecord! De aftrap wordt gegeven, ik spurt door, krijg de tweede pass en... goal!

Een andere straffe toer was die keer toen ik mezelf een beslissende verre pass gaf. Ik was door op links en zette de bal hoog voor doel, stijl Wilfried Puis. Er stond veel wind. Ik spurtte zelf achter de bal aan die tussen de verdedigers op het penaltypunt ging neerkomen. Voor de bal de grond raakte zette ik er mijn voet tegen: binnen!

Velen herinneren zich zeker nog die avondmatch toen ik door was en de keeper uitspeelde. Een teruggekomen back kwakte me echter tegen de doelpaal: ik had 3 afgescheurde ribben, maar ik duwde de bal nog wel binnen en... speelde de zondag erop al terug mee!

Op Hulsbeek ben ik wel eens vies gevaren. Het stond al 0-3 voor ons en de lokale supporters konden het moeilijk verkroppen. Ze maakten ons allerlei verwijten. Elke keer dat ik langs kwam was er "nen dikke" die mij treiterde: "Witte, gij kunt niks! Enz." Op een uitbraak werd ik door een back onderuit gehaald en ik hoorde "dien dikke" bulderend lachen. Dat was er teveel aan! Kwaad ging ik erop af! Ik sprong over de betonplaten... maar een seconde later lag ik al terug op het veld! Die "dikke" was een hele struise kerel: hij pakte me simpel vast bij mijn kruis en smeet mij direct terug van waar ik gekomen was!

BOK:
Voel jij echt nog geen sleet?

Louis:
Bah... Ik heb tegenwoordig minder goesting om te trainen. Het is ook niet eenvoudig: ik werk in ploegen. Ik kan niet alle weken trainen en dan krijgt ge geen ritme. Soms kan ik uit mijn zetel niet uit! Maar als ik train ga ik ook altijd tot het uiterste en dat voel ik dan 's zondags. Ook als ik met de nacht sta tracht ik me nog zo goed mogelijk te verzorgen. Drie uur voor de match sta ik op - moe of niet moe! Ik neem een bad en dan valt de vermoeidheid van me af. Zolang ik voetbalschoenen aan heb voel ik mij 20 jaar! Na de laatste competitiematch waren we blijven pinten drinken tot 20 u. en toen daagden ze mij uit om nog eens rond het plein te lopen. En ik deed het, "vollen doemp"! Ze trokken nogal ogen! 's Nachts om 12 u. terug gaan trainen heb ik ook al gedaan!
Maar het is moeilijker spelen voor mij. Ze kennen me. Ze zetten altijd twee man op mij en de derde staat gereed. Zo hou ik wel drie spelers aan de klap! Ik vind dat ik nog verbeterd ben vergeleken met 15 jaar geleden: ik ben precies nog rapper geworden... Maar ik heb meer zenuwen voor de match: schrik om te misdoen!

BOK:
De supporters staan wel achter je!

Louis:
Ja, ik heb altijd veel supporters gehad omdat ik mij zo inzet. Ik ga alle ballen halen, zit geen minuut stil en wil nooit opgeven... Mijn motto is: "Blijven trainen!" Iedereen zegt dat nu in de club! "Pa" noemen ze mij! Als ik een bal mis b.v. klinkt het in koor: "Blijven trainen, pa, blijven trainen!" Voor Norbert Depotter - tussen haakjes: de beste trainer die ik ooit gehad heb - ben ik: "onze jonge vooraan"! Depotter is er de schuld van dat ik nog speel. Voor hem heb ik dit jaar er nog bijgedaan en nu zegt hij weer: "Ik blijf nog een jaar. Gij dus ook!" En ik heb weer toegegeven, he...

Ja, Louis, doe er nog maar een jaar bij! En nog een, en nog een! Jij bent nu eenmaal een kleurrijke figuur waar iedereen van houdt. Niet alleen omwille van je voetbalkwaliteiten en je doorzettingsvermogen dat - als voorbeeld voor de jeugd - bewondering wekt, maar vooral voor je kameraadschap en bruisende guitigheid word je alom gewaardeerd. Blijven trainen!

BOK VI.1, oktober 1991
© kvr          (naar index)