Freddy Lismont

wielrenner, trainer, coach

sportfig.gif (2639 bytes)

lismont1.jpg (15954 bytes)

Hoewel zijn vader van Drieslinter en zijn moeder van Neerlinter zijn, voelt Freddy Lismont (°1950) zich sinds zijn huwelijk met de Bunsbeekse Hilda Goolis een echte Bunsbekenaar. Zijn zonen Gert (°1972) en Bart (°1975) gingen hier naar school en zelf richtte hij in Bunsbeek een wielerschool op. Freddy is altijd sportief geweest en gebleven. Wij leerden hem kennen als een integer man, een harde, stille werker, een idealist die vooral met de jeugd in de wielrennerij begaan is.

Freddy heeft het niet altijd gemakkelijk gehad. Toen hij drie jaar was liet zijn vader, een houthakker, de familie in de steek. Moeder bleef met zes kinderen achter. "Zij verdient een standbeeld", zegt Freddy nu. "Dag en nacht heeft zij gewerkt voor ons, in de suikerfabriek, bij Marie Thumas, … "

Discriminatie op school

Freddy:
En toch hebben wij zwarte sneeuw gezien. Ondanks de steun van de "openbare onderstand" kwamen wij niet rond. De kinderen hebben dan ook niet kunnen studeren wat ze wilden. Arm zijn is erg, maar wat echt pijn doet is daarom gediscrimineerd worden. Op voorspraak van Z.E.H. Oversteyns, de deken van Zoutleeuw, mocht ik de Grieks-Latijnse aanvatten in het college van Zoutleeuw. Ik was er bij de besten van de klas, maar hoewel speciale regelingen beloofd waren, moest mijn moeder de schoolboeken en andere rekeningen betalen. Dat kon ze niet. Vanaf dat ogenblik werd ik gesaboteerd en vernederd door de directie. Moeder wilde niet gaan bedelen: zij had ook haar trots. Bij het begin van mijn tweede humaniorajaar waren er geen boeken van Latijn en Grieks voor mij… "Niet geleverd" zogezegd, maar ik was de enige die er geen had! De boycot bleef ook de volgende jaren duren, en ook al haalde ik nooit een buis, ik was vreselijk ongelukkig. De pastoor van Neerlinter was met ons begaan en zorgde ervoor dat ik de hogere cyclus in de KNT kon doen. Het is erg dat ik het moet zeggen, maar daar gebeurde net hetzelfde! Ik werd aangenomen, maar werd er terug het slachtoffer van discriminatie. Ik kreeg weer geen handboeken omdat mijn moeder ze niet kon betalen. Iedere avond reed ik van Neerlinter naar De Heide om boeken van een klasgenoot te gaan halen. Op den duur kon ik het niet meer aan. Ik liep thuis weg. Een nonkel ontfermde zich over mij. Na een paar dagen kwam moeder mij halen met de belofte dat ik niet meer naar die school moest. Hoewel ik graag onderwijzer of dokter geworden was, ben ik in de vakschool op de markt van Tienen electricien A2 geworden. Als zeventienjarige studeerde ik er zonder problemen af en kon ik beginnen werken op een werf in Brussel.

Wielrenner

BOK:
Koerste jij toen reeds?

Freddy:
Jazeker. Om 6:08 moest ik de trein naar Brussel nemen, maar om te kunnen trainen vertrok ik thuis om 4:30. Ik reed 40 km, nam de trein en 's avonds werkte ik mijn training verder af, ook al arriveerde ik pas met de trein van 18:15.

BOK:
Heb jij ook andere sporten gedaan?

Freddy:
Toen ik twaalf jaar was, ging ik atletiek doen op Racing Tienen. Als kadet werd ik ooit interclub-kampioen op de 600 meter. Ik was echter supporter van Robert Minart, een coureur van Neerlinter. Robert was een goed renner die elk seizoen verscheidene koersen won. In die tijd reden de renners nog met hun fiets naar de vertrekplaatsen want er waren nog niet veel auto's. Gewoonlijk vroegen ze dan een vriend om met de reservefiets naar het vertrek te rijden. Toen ik 13 was mocht ik dat voor Robert Minart doen. Ik was de koning te rijk. Hoewel ik amper aan de pedalen kon, mocht ik op een echte koersfiets rijden! Datzelfde seizoen mocht ik al eens mee met Robert gaan trainen op zijn fiets.

Als veertienjarige ben ik zelf beginnen koersen, bij de onderbeginnelingen. Moeder was er fel tegen! Met een geleende fiets, een gewoon kader maar met een koersstuur erop, reed ik mijn eerste wedstrijd in Neerlinter. Ik was mee met de kopgroep en eindigde negende. Mijn twee trouwe supporters, Fille en nonkel Armand, legden geld bijeen en kochten voor mij een occasie koersfiets. Daarmee werd ik vierde, de zondag erop, als jongste van het peloton. Het volgende seizoen sloot ik aan bij de officiële bond, de KBWB. Nu mocht ik aantreden bij de nieuwelingen. Het eerste jaar (1965) eindigde ik meestal bij de eerste vijf. Ik won ook twee wedstrijden en het jaar daarop zes. Dat was moeilijk genoeg want in die tijd was Yvan Benaets niet te kloppen. Dat was een renner uit Hakendover. Hij heeft ooit Parijs-Roubaix gewonnen bij de liefhebbers.

Colère in Neerlinter

Freddy:
Ook als junior won ik elk jaar mijn wedstrijden en reed veel ereplaatsen bijeen. Er gingen steeds veel supporters mee… tot 19 juli 1969. Het was koers in Neerlinter en we waren met twee voorop, Couvreur en ik. Normaal kon ik niet verliezen, maar de laatste ronde nam Couvreur de kop niet meer over… We werden ingelopen en ik eindigde 18de! Toen kreeg ik zoveel verwijten van mijn supporters en werd ik zo kwaad dat ik mijn fiets aan de haak hing. Ik ging nooit uit, maar die avond ging ik "van colère" naar het bal van de studentenclub. Daar was Hilda…

Romance

BOK:
En toen begon een romance en was het definitief gedaan met koersen?

Freddy:
Toch niet. Ja, dat van die romance is waar. Maar op aandringen van Jan, Hilda's vader, ben ik terug beginnen rijden. Ik schreef mij in voor de koers van Zoutleeuw op 15 augustus, zonder aan mijn supporters iets te zeggen. Die dag was ik de beste man in koers en werd slechts met een banddikte geklopt in de spurt. Mijn toekomstige schoonvader zag mij toen voor de eerste keer rijden en werd mijn beste supporter. Ook als liefhebber won ik nog verschillende koersen. Een topper was ik echter niet. In 1972 - we waren net een jaar getrouwd en Hilda was pas bevallen - kwam ik zwaar ten val in de sprint. Hilda was toen erg in paniek en toen heb ik moeten beloven van het koersen te laten.

BOK:
Dat was niet gemakkelijk, zeker?

Freddy:
Och, het kwam mij nog redelijk goed uit want ik was ondertussen beginnen studeren. Via zelfstudie, zes jaar lang, heb ik het graduaat Bank- en Beurswetenschappen gehaald aan de Nationale Stichting voor Hogere Studies in Brussel. Daar ben ik fier op. Daar was karaktersterkte voor nodig. Elke avond na het werk studeerde ik, en op zondagen van 8 uur 's avonds tot middernacht. In 1977 haalde ik mijn diploma en kon ik aan de slag in een bankinstelling in Hasselt.

Wielerschool

BOK:
Jij hebt ook het diploma van "clubtrainer wielrennen" behaald…

Freddy:
Ja. In 1977 ben ik cursussen beginnen volgen in de Vlaamse Wielerschool van het BLOSO in Herentals. In 1979 leerde ik een jonge renner kennen, Stefaan Stockx van Attenrode, toen 15 jaar. Zijn ouders vroegen of ik hem niet wou begeleiden en dat heb ik gedaan. Ik richtte mijn kelder in als fitness-centrum en liet Stefaan conditietraining doen. Hij verbeterde zienderogen, maar op 20 december 1981 kwam het nieuws als een donderslag bij klaarlichte hemel: Stefaan had zich verhangen…

(Tranen wellen op bij Freddy; het duurt een tijdje vooraleer hij verder kan…)

Vrienden van Stefaan kwamen mij om begeleiding vragen en zo heb ik in 1983 de "Wielerschool Stefaan Stockx" opgericht. Spoedig barstte onze oefenruimte uit zijn voegen en moesten we naar de sporthal van Tienen uitwijken. Als "VZW Hagelands Wielercentrum" openden we ook centra in Sint-Joris-Winge en in Haacht. In totaal hebben wij meer dan 100 renners begeleid en wij behaalden zeer goede resultaten. Benny Hendrickx (ja, van bakkerij Hendrickx) was één van de eersten, een groot atleet, zeer stuurvaardig en erg sympathiek en dankbaar. Maar ook aan Luk Bueken (later prof geworden), Kurt Huygens, Gerd Vanbrabant en Rafke Vanherck bewaar ik goede herinneringen. En natuurlijk aan Eddy Schepers, die als liefhebber de Ronde van de Toekomst won en de Ronde van Italië. Hij werd ook kampioen van België en finishte ooit als eerste Belg in de Ronde van Frankrijk. Eddy Schepers was een voorbeeld voor de jongens van de de streek. Hij verzorgde zich maniakaal en bracht Stephen Roche eens naar hier toen die wereldkampioen was en winnaar van de Ronde van Frankrijk.

Vooral omwille van de opvoeding van zijn kinderen stopte Freddy Lismont in 1990 met de wielerschool. Hij werd toen BWB-coach voor de juniors en nieuwelingen van Brabant. Sinds 1997 is Freddy trainingscoördinator: hij is verantwoordelijk voor de opstelling en de planning van de trainingen van de veldrijders, de pisterijders en de wegrenners in Brabant. In die functie ontmoet hij Eric De Vlaeminck, Marc Sergeant en Eddy Merckx op de maandelijkse vergaderingen van de nationale coaches en coördinatoren.

lismont2.jpg (50266 bytes)
Stephen Roche bezoekt de Hagelandse Wielerschool
met boven o.a. Eddy Schepers, Hilda en Freddy, Georges Laermans, Jurgen Bex
en onder Luc Bueken, Ronny Ladang, Ben Geysenberg, Kris Thioulants, Ronny Govaerts

BOK VI.1, oktober 1991
© kvr          (naar index)