jeugdraa.jpg (7555 bytes)

Jeugdraad Glabbeek

openbok.gif (2304 bytes)

De jeugdraad werd boven de doopvont gehouden op 14 mei 1995. Hij groepeert alle particuliere jeugdwerkverenigingen van Glabbeek met name Bond van Grote en van Jonge Gezinnen, Glabbeek (Lieve Uytterhoeven, Voorzitter), De Bunker (Thomas Reners, Ondervoorzitter), Bunsbeekse OntspanningsKring (Elke Vandersypen, Secretaris), KSJ Glabbeek (Liesbet Taes, Penningmeester), Bielsko (Inge Pittomvils), Bond van Grote en van Jonge Gezinnen, Kapellen (Omer Goedhuys), De Kloemp (Diederik Van Nerum) en Jeugdmuziek- en theateratelier (Ingrid Kerckaert).

Eigenlijk is de jeugdraad gegroeid uit 'de stuurgroep jeugdwerkbeleidsplan' die reeds m 1993 was opgericht. Toen besliste de Vlaamse Gemeenschap om de subsidiëring voor jeugdwerk rechtstreeks (op basis van het aantal jeugdige inwoners) aan de gemeenten door te storten op voorwaarde dat ze een grondig jeugdwerkbeleidsplan konden voorleggen. Het opstellen van dit jeugdwerkbeleidsplan was geen gemakkelijke opdracht, en het plan was bij de oprichting van de jeugdraad nog steeds niet aanvaard door de Vlaamse Gemeenschap. De eerste taak van de jeugdraad was dan ook grondig werk te maken van dit plan. De evaluatie van het bestaande jeugdwerk, het formuleren van doelstellingen die we met het jeugdbeleid willen bereiken, en het opstellen van een subsidiereglement, waren dan ook de belangrijkste agendapunten op de eerste vergaderingen van de jeugdraad. Ons werk werd beloond: bij de aanvang van 1996 kregen we officieel het bericht dat het jeugdwerkbeleidsplan was goedgekeurd voor 1996 tot en met 1998. De financiële ondersteuning die we daarmee binnenhaalden kan voor ons allen een duwtje m de rug zijn om de jeugdwerking in de goede richting te leiden.

Hoe we de subsidies verdeeld hebben vraagt misschien om een woordje uitleg. De gelden die we van de Vlaamse Gemeenschap ontvangen, worden verdeeld over werkingssubsidies, projectsubsidies, kampsubsidies en kadervormingssubsidies. Voor de verdeling van de werkingssubsidies wordt een puntensysteem gehanteerd, a rato van het aantal uren jeugdwerkactiviteit en het aantal leden tussen 6 en 25 jaar. Verenigingen die geen gebruik maken van een gemeentelijke infrastructuur krijgen bovendien bonuspunten. Om de begeleiders van het jeugdwerk een goede vorming te kunnen garanderen voorzien we ook kadervormingstoelagen. De kwaliteit van de jeugdverenigingen wordt immers in belangrijke mate bepaald door de deskundigheid van de begeleiders. Zij die een monitoropleiding volgen kunnen dan ook aanspraak maken op een financle tussenkomst via het subsidiereglement.

In het verleden konden verenigingen die kampen organiseerden hiervoor subsidies aanvragen bij de Vlaamse Gemeenschap. Deze geldelijke ondersteuning valt nu weg, vandaar dat we het opportuun vonden een deel van de subsidies te weerhouden voor het ondersteunen van de kampen. Ook hier zijn het aantal deelnemers en de duur van het kamp bepalend voor de subsidiering. De projectsubsidies, tot slot, kunnen aangesproken worden voor activiteiten voor de jeugd die de werking van de jeugdverenigingen overschrijden. De projecten mogen echter geen winstoogmerk noch een politieke inslag hebben. Ze moeten wel een openbaar karakter hebben en gratis toegankelijk zijn. In de loop van 1995 werd zo de Roefeldag georganiseerd en trokken we met de 14- en 15-jarigen naar de Memonal Ivo Van Damme. Deze activiteiten staan ook al voor 1996 op het programma.

De jeugdverenigingen die in de jeugdraad zetelen brengen een zeer gedifferentieerd aanbod naar de jeugd toe. Differentiatie zowel wat de doelgroep betreft (leeftijdsgroep, interesse), als het tijdstip van werken, de methode die ze hanteren en de initiatieven die zij met hun vereniging nemen. We kunnen dan ook stellen dat de jeugd in onze gemeente een zeer uitgebreid vrijetijdsaanbod krijgt. In de loop van 1996 pogen we een kwantitatief beeld te krijgen van de jeugdwerking te Glabbeek. Hoeveel jeugdige inwoners bereiken we via de jeugdverenigingen (per leeftijdscategorie, per deelgemeente ), welke jeugd bereiken we niet en waarom niet (welke andere interesse hebben ze)? Hier kunnen we nu al verwachten dat velen sportverenigingen prefereren, en misschien is het wenselijk dat een parallelle analyse binnen de sportraad gehouden wordt. We vinden een dergelijke analyse echter noodzakelijk om initiatieven te formuleren die zo nodig het jeugdbeleid moeten bijsturen.

Via de jeugdraad moeten we een betere informatiedoorstroming tussen de jeugdverenigingen onderling bewerkstelligen en zo ertoe bijdragen dat sommige activiteiten samen georganiseerd worden en dat we elkaars werk beter naar waarde leren schatten. Bovendien willen we de participatie aan andere gemeentelijke initiatieven bij de jeugd aanmoedigen (Hagelandtocht, open monumentendag).

Tot slot zullen we de jeugdverenigingen in de schijnwerper zetten met een 'Open-jeugd-dag'. Op deze dag zullen alle jeugdverenigingen zich aan het grote publiek kunnen voorstellen, en de ideeën die al op tafel liggen garanderen dat het heeeeel tof zal worden!

Lieve Uytterhoeven

 

BOK X.2, maart 1996
© kvr          (naar index)