"Deelnemen aan het Interdiocesaan Proefwerk is niet
verplicht."
(J. Dhont, pedagogisch opdrachthouder Centrale Raad van het Katholiek Onderwijs)
"Het I.P. is waardeloos als meting van het effect van het normale
leerproces als men de kinderen er speciaal voor traint."
(Prof. G. Tistaert, maker van I.P. en verwerker van de resultaten)
"Er zit het gevaar in (in centrale toetsen als I.P. en Kantonnaal
Examen) dat leerlingen klaargestoomd worden voor dat examen om er een goed figuur te
slaan. Bovendien heeft de uitslag van het examen geen echte consequenties voor de
leerlingen. Ze krijgen wel een getuigschrift als ze slagen, maar dat getuigschrift is niet
vereist om toegelaten te worden in het secundair onderwijs."
(L. Pollentier, inspecteur-generaal van het basisonderwijs)
"Diocesane proefwerken zijn stress-bevorderend en werken een
competitie- en prestatiecultus in de hand. Zij zijn één van de grootste remmers van
onderwijsvernieuwing."
(A. Wuestenberg, pedagoge H.-Hartinstituut Heverlee)
Toen in 1982 ouders van kinderen in het zesde leerjaar kloegen over stress-toestanden
omwille van het I.P. en de intense voorbereiding erop, dacht de Bunsbeekse oudervereniging
er goed aan te doen dit probleem door te spelen naar de school met het verzoek de ouders
te informeren over de zin en het nut van het I.P.. Wie kon toen vermoeden dat dit roeren
was in troebel water?!
Van de school kregen we rare informatie:
- "Wij zijn er zelf niet zo gelukkig mee, maar het moet van het bisdom."
- "Als we niet meedoen met het I.P. moet er deelgenomen worden aan het Kantonnaal
Examen."
- "Slagen in het I.P. is vereist voor het bekomen van een geldig getuigschrift einde
lager onderwijs."
Even navragen leerde echter dat niets hiervan waarheid bevatte. Was de school dan
slecht ingelicht? Of vond men het raadzamer de ouders wat voor te liegen? Ouders hebben
echter het recht op juiste informatie en de oudervereniging heeft de voorname plicht
"de ouders op systematische wijze te informeren opdat zij hun taak, als opvoeders van
schoolgaande kinderen en als gesprekspartners met de school, zo goed mogelijk zouden
vervullen." (Vademecum voor ouderverenigingswerk, 1.2).
Bovendien blijven ouders de hoofdverantwoordelijken voor de opvoeding van hun kinderen -
ook voor de opvoeding van hun kinderen op school. Zij zijn de eerste opdrachtgevers van
onderwijs en hebben recht op inspraak en deelname aan de besluitvorming (Vad. 2.A)... b.v.
om overbelasting van leerlingen met toetsen, testen, taken in te perken (Vad. 1.4).
De oudervereniging van Bunsbeek trok de problematiek helemaal open en ging te rade bij
de Nationale Confederatie van Ouderverenigingen, die - inspelend op gelijkaardige
problemen in andere scholen - er een grote regionale vergadering aan wijdde. Op deze
bijeenkomst in Tienen (27/10/82) waren een dertigtal aanwezigen: prof. Tistaert, de
inspectrice, schoolhoofden en leerkrachten van zesde leerjaren (ook die van Bunsbeek),
pedagogen, ouders en N.C.O.V.-verantwoordelijken.
----------
Vergadering i.v.m. interdiocesane proeven
(Tienen, 24 okt. 1982)
Prof. Tistaert verduidelijkte dat het I.P. gezien moet worden als een hulpmiddel
waarvan scholen op vrijwillige basis gebruik kunnen maken. Zij zijn een middel om de eigen
situatie objectief te leren kennen, zowel wat de resultaten van het verstrekte onderwijs
als wat de werkwijzen op school betreft. Deze service bestaat voor alle jaren van het
basisonderwijs. Alleen voor het zesde leerjaar is een centrale toets voorzien, het zgn.
Interdiocesaan Proefwerk. Alle scholen die willen meedoen krijgen voorgedrukte formulieren
met meerkeuzevragen: de eerste dag moedertaal, de tweede dag wiskunde.
Het examen wil basiskennis peilen: het wordt centraal en machinaal verbeterd,
geïnterpreteerd en dan worden de resultaten aan de scholen meegedeeld. Prof. Tistaert
benadrukte dat speciale drill of extra voorbereiding voor het I.P. zinloos zijn. Een
leerkracht die tijdens het jaar normaal gewerkt heeft moet zich geen zorgen maken. Het
I.P. mag geen naijver tussen verschillende scholen of leerkrachten doen ontstaan.
Op dezelfde vergadering bleek dat de meeste leerkrachten het I.P. waarderen als een
echt hulpmiddel. Het helpt bij het coördineren van elk leerjaar en er is didactische
begeleiding bij het volgen van het leerplan.
Er kwam ook kritiek:
1.
Leerkrachten worden beknot in hun vrije manier van werken. Scholen en schooltjes verliezen
hun eigen karakter. In de praktijk wordt er tijdens het derde trimester trouwens overal
duchtig getraind.
2.
Het I.P. botst met de voornaamste principes van Vernieuwd Lager Onderwijs. Het is
onaanvaardbaar dat elk kind op dezelfde manier en op hetzelfde ogenblik hetzelfde moet
leren.
3.
Het I.P. is kindvreemd en leerstofgericht. Alleen wiskunde en een gedeelte van moedertaal
(nl. spelling en spraakkunst) worden getest. Creativiteit komt door deelname aan het I.P.
in de verdrukking: muziek, expressie, de totaliteit van "voelen" en "kunnen
doen" worden niet getest en worden maar uitgesteld of vervangen door vraagstukken
("want de laatste vraagstukken waren toch niet zo goed!").
4.
Het testen zelf is stress-bevorderend:
- de eigen juf is er niet maar wordt vervangen door een collega uit een andere school;
- gummen is verboden want de computer zou slecht uitgevlakte antwoorden ook als fout
aanrekenen;
- de weken die aan het I.P. voorafgaan moet er (veel) meer huiswerk worden gemaakt.
5.
De datum voor het I.P. is slecht gekozen, zowat een maand voor het einde van het
schooljaar:
- de kinderen zelf doen er geen voordeel mee want als leemtes worden vastgesteld kan men
dit op het einde van het schooljaar niet meer bijsturen;
- er zijn dan nog P.M.S.-testen, proefwerken... van het "goede" teveel.
6.
Succes in het middelbaar onderwijs hangt hoegenaamd niet af van het I.P., en ook in
scholen die niet deelnemen aan centrale toetsen kan men "de kinderen leren
werken".
7.
"Onze school scoort al jaren hoog in het I.P., dus is het een goede school!"
Dit argument gaat niet op. Ten hoogste mag men hieruit besluiten dat voor de beperkte
onderdelen die getest werden het resultaat bevredigend was. Maar dikwijls gaat dit in de
praktijk ten koste van alles wat niet wordt getest in het I.P.
8.
Het I.P. is belastend voor de leerkrachten:
- leerkrachten die kindgerichter werken en minder drillen dan collega's in andere scholen
- die dus de geest van het I.P. respecteren - riskeren minder hoge scores te halen;
- de organisatie druipt van wantrouwen: verzegelde enveloppes met vragenlijsten, de eigen
leerkracht mag niet bij de kinderen blijven, ...
Het besluit van de bijeenkomst - zo lezen we in het N.C.O.V.-verslag -
was:
"De bijeenkomst van 27/10/82 wordt positief gevonden. Vraag naar veralgemeende
verspreiding van het verslag. Een bundel, als werkdocument, kan opgesteld worden door
regio Tienen en verspreid over de andere oudercomités.
De wens wordt unaniem uitgedrukt verandering te brengen in deze materie:
- ouderlijke toestemming zoals voor P.M.S.-onderzoeken;
- relatief verplicht karakter bespreken en doorbreken;
- uitslag individueel meedelen i.p.v. via de schooldirectie om ongezonde concurrentie te
vermijden vanwege scholen."
----------
De oudervereniging van Bunsbeek heeft nooit gezegd dat het I.P. van onze school moet
verdwijnen. De kritiek, zoals hierboven geformuleerd, komt niet van ons maar van
pedagogen, mensen met meer bevoegdheid dan wij...
Het zette ons wel aan het denken. Wij willen als ouders stimuleren, laten weten dat wij
helemaal achter kindgericht onderwijs staan, dat wij voor onze kinderen een school wensen
waar de hele persoonlijkheid aan bod komt, waar het onderwijsproces start vanuit de
ervaringswereld van het kind, liever dan vanuit vragenlijsten die ergens door theoretici
op een werktafel zijn ineengeknutseld. Wij willen graag aannemen dat het I.P. zin heeft op
onze school en dat juffrouw Godelieve er alles aan doet om de belasting voor de kinderen
te beperken. Toch zouden wij graag zien dat ouders elk jaar betrokken worden bij dit
gebeuren in het zesde leerjaar, dat het I.P. in het juiste daglicht wordt gesteld, dat de
informatie die verstrekt wordt correct is, dat ouders aanvaard worden als volwaardige
gesprekspartners i.v.m. alles wat er met hun kinderen op school gebeurt.
In Bunsbeek zijn ook de leerkrachten niet gelukkig met alle aspecten van het I.P. (cf.
verslag bestuursvergadering 15/6/82). Waarom de handen dan niet in elkaar slaan om te
proberen alle voordelen te bewaren en ons van de nadelen te ontdoen? Onze kinderen en de
school kunnen er alleen hun voordeel mee doen.
|