hhendric.jpg (10121 bytes)

Hans Hendrickx

ereburger van Bunsbeek

bokkensp.gif (2884 bytes)

Hij is jong nog, vol energie en ondernemingszin, Bunsbeeks verloren zoon die terugkeerde naar de oude stal na omzwervingen in Europa en een tienjarig verblijf op de hoogste Alpentoppen! Met open armen werden hij en zijn mooie gezinnetje door de familie en door het dorp verwelkomd: de ouderlijke woonst is weer hun verblijfplaats en de Glabbeekse sporthal het nieuwe werkterrein.


Hans was altijd al een graag geziene gast - sportief en met het hart op de rechte plaats! Vandaag juist twintig jaar geleden werd hij door de Bunsbeekse burgemeester, Felix Vangoidsenoven, gehuldigd en tot ereburger verheven omwille van zijn "voorbeeldige inzet en bijstand aan het ziekbed van een vriend". Hans was toen pas dertien jaar! Nog steeds vindt hij wat hij toen deed de normaalste zaak van de wereld: een ongeneeslijk zieke kameraad een jaar lang dagelijks gaan bezoeken en proberen hem eens aan het lachen te krijgen... Inderdaad, van echte vrienden vergt zoiets misschien geen al te zware inspanningen, maar Hans weet dus wel wat ware vriendschap is! En het pleit o.i. voor het toenmalige gemeentebestuur dat er in die tijd blijkbaar nog waardering was voor eenvoudige menselijkheid, voor een levenswaarde als vriendschap, dat zuivere kameraadschap tussen twee jongens belangrijk genoeg werd geacht voor een huldiging!

Kommerloze jeugd

Hans:
Tja, die huldiging... Ik til daar echt niet zwaar aan. Ik denk nog altijd dat die plechtigheid voor mijn ouders veel belangrijker geweest is dan voor mij. Pas op, het verlies van mijn vriend, die pijnlijke aftakeling, zijn verminking... dat alles heeft diepe indrukken op mij nagelaten! Het heeft een rol gespeeld voor de rest van mijn jeugd. Ik werd verplicht - zo vroeg al - om na te denken over de zin en de onzin van het leven... Ik denk daar nog wel over na...
Eigenlijk had ik een kommerloze jeugd, tot toen... Ik had een oudere zus - een hele lieve troetelzus - en twee broers: onze Dirk en onze Bart. Met meester Giedts reden we mee naar de lagere school van de KNT in Tienen. Ik vond dat niet erg want in de buurt waren er speelkameraadjes genoeg: Bruno en Philip Raymaekers en Marc Bruyninckx! Wij waren altijd bij elkaar... Om te voetballen bv. want in de tuin van de buren stonden twee goals en dat was ons oefenterrein. In de zomer waren we alle dagen aan 't "sjotten"! En dan zetten we een tent "in de hof" en dan sliepen we in de tent! Of we gingen "in de bergen" spelen. "De bergen", dat was een ideaal speelterrein. Vroeger was het achter bij ons allemaal veld met diep ertussen een hele hoge "gracht", "de bergen" dus. Alles was er donker en geheimzinnig... Eigenlijk mochten we daar van onze ouders niet komen, maar als we dan toch gingen was het des te geheimzinniger! Er was een grote zandkuil, er stonden braambessen... en regelmatig kwamen er koppeltjes vrijen die wij dan konden "afloeren". "De bergen" waren een beruchte rendez-vous plaats: alle leeftijden zagen we daar! Wij waren b.v. aan 't sjotten en ineens roept ene van onze vrienden: "Er stopt een auto! Ja... 't is weer van dat!" Dan lieten wij onze bal liggen en kropen tot op de rand van "de gracht". Daar zaten wij zoals op de tribune van een voetbalstadion: hoog en droog om te kijken naar het spektakel beneden!

Voorwaarts Tienen

BOK:
Jullie konden zeker aardig met een bal uit de voeten dankzij de dagelijkse training... Ooit aangesloten geweest bij een voetbalvereniging?

Hans:
Natuurlijk! Met Bruno en Philip sloot ik aan bij Voorwaarts Tienen. Wij hebben er alle jeugdreeksen doorlopen: miniemen, kadetten, scholieren... En altijd met de fiets! Als we naar Racing White of Anderlecht gingen spelen moesten we om 7.30 u. aan café De Zon zijn voor de bus. Dan moesten we natuurlijk vroeg vertrekken: de meeste mensen sliepen dan nog. En dat had zo zijn voordelen... Bij "Jos van de bareel" (Jos Devroye, nvdr.) was de bakker dan al geweest. De taarten en "pistoleekes" stonden meestal nog op de vensterbank... Wij hebben "ne schone keer" een taart gejat en die lekker op de bus opgegeten! Ik weet niet of Jos dat ooit geweten heeft...

Ben Cluckers

BOK:
Bij Voorwaarts Tienen heb je dan ook Ben Cluckers leren kennen...

Hans:
Ben, ja... Ben was onze libero en ik was voorstopper. Ben was een groot talent! Zijn vader, Freddy Cluckers, leeft trouwens nog voor het voetbal... Wij waren allemaal goede kameraden. Maar op zekere dag, in de lente van 1974, brak Ben zijn been - thuis - en dat wou maar niet genezen. Hij werd opgenomen in de kliniek en daar bleek dus dat hij botkanker had! In april moest hij naar Leuven voor bestralingen. Ik ging hem natuurlijk bezoeken en ik ondervond dat hij daar echt iets aan had. Op de duur ging er geen dag voorbij of ik was bij Ben geweest, met de trein tot Leuven. Heel mijn zomervakantie ging eraan op... Ik kon hem doen lachen en dat vond ik zelf ook plezant... Zo kwam er vanzelf een regelmaat in mijn bezoeken. Ik weet nog - het was kersentijd en ik had kersen meegebracht. Met de pitten "schoten" wij op de verpleegsters! Daar had Ben dan zo'n deugd van... Hij lag met pinnen door zijn been en toch maakten wij plezier. Even later werd zijn been geamputeerd... Ben mocht toen naar huis komen. Hij zat dan in een karreke. Met dat karreke heb ik hem een paar keer door Tienen geduwd, maar dat ging hem niet goed af. Daar was hij precies wat verlegen voor... En Ben ging steeds maar achteruit: hij had veel pijn, hij kreeg een waterbuik... Op 2e kerstdag 1974 is hij in de handen van onze pa gestorven...

BOK:
Net ervoor had de gemeente jou in de bloemetjes gezet...

Hans:
Ja. Een paar maand ervoor - eind augustus, denk ik. Ben was er zelf bij en hij werd natuurlijk mee in de huldiging betrokken. Het blijft een heel speciale herinnering...

Kokschool

BOK:
Maar dan ben jij kok geworden!

Hans:
Klopt. Ik ben naar de hotelschool van Hasselt geweest, op nternaat. Discipline stond daar hoog in het vaandel! Tafelmanieren, beleefdheid, ... Als ge uw manieren niet hieldt werdt ge met een stok op de vingers geslagen! Maar het ging me allemaal goed af. Ik werd A2 restaurateur-banketeur-traiteur en toen ik mijn diploma kreeg in 1979 wenkte het avontuur! Met Yvan Closset (baas Patria, nvdr.), Geert Beelen en Eric Huyseghems, vrienden van op de Voorwaarts, trok ik een maand met een interrailkaart naar Griekenland. Dat was echt een avontuur... We zochten goedkope campings op: we hadden allemaal zo'n plastieken luchtmatrasje van de GB bij en de eerste nacht al... psssst! Plat! God... Wat we allemaal beleefden! We sliepen onder de blote hemel. In Korfu kwamen we ongewild in een nudistenkamp terecht! Op de boot naar Genua was al ons geld op en hadden we geen centen meer om eten te kopen... Juist op tijd kwamen we op de camping aan waar de ouders van één van mijn maten waren en plots vielen we van het ene uiterste in het andere. Van een armoedig zigeurnerleven ineens in volle luxe. We konden een bad nemen, we kregen veel en lekker eten en... 's avonds trokken we naar de discotheken!

De Kloemp

Hans:
Terug thuis werd ik medestichter van "De Kloemp". Die naam heb ik eigenlijk aangebracht! Dat ging zo... We waren met een aantal leeftijdsgenoten. In Bunsbeek was er niks voor ons, dus wilden we een jeugdbeweging opstarten. En zo begonnen we ook,als een soort KLJ. We sloten aan bij KLJ-Vissenaken maar spontaan groeiden we naar een eigen huis. Eigenlijk was onze groep te progressief om in strikt KLJ-verband te functioneren. Ons eerste lokaal werd "het duivenkot" boven het parochiecentrum. Daarna kregen we een klaslokaal van de vroegere jongensschool. Ik herinner me nog hoe we het lokaal decoreerden met een parachute die we in drie kleuren schilderden: zwart, geel, rood. Jaja, we waren voor België! We gingen o.a. naar België-Holland, supporteren voor de Belgen natuurlijk!

Het kamermeisje

BOK:
Waarom ben je uit Bunsbeek weggegaan?

Hans:
Ik was een idealist: ik wilde geen legerdienst doen, ik ging mee betogen tegen de raketten, ... en ik maakte mij gereed om twee jaar burgerdienst te doen toen ik vrijgesteld werd van legerdienst wegens twee broederdiensten. Het avontuur liet me echter niet los. Ik solliciteerde als kok op de lange omvaart! Cruisen, bv. tussen Antwerpen en Singapore, was mijn droom. Ons ma vond het vreselijk! Ze had al verhalen gehoord over zeelui, wat er onderweg allemaal gebeurde en zo... Ze stak de papieren weg die "van de boot" kwamen. Het toeval wou dat Rik Michiels, die voor het Bloso werkte, thuis eens binnenkwam en vroeg: "Hans, zijt gij kok?" Hij deed mij een aanbieding om kok te worden voor het Bloso in een Oostenrijks hotel met vol pension. Dat was beter nieuws voor ons ma. Ik zou dan ook wel voor periodes van zes maand weg zijn maar het was toch op geen boot! Mij leek het ook wel wat: Oostenrijk, de bergen, vakantiesfeer... Ik kon keukenchef worden, werkleider van 7 man personeel: twee kamermeisjes, twee poetsmeisjes, twee keukenhulpen, een afwasser - eigenlijk veel verantwoordelijkheid voor een jonge kerel! Zo heb ik ook Ann, mijn vrouw, leren kennen... De eerste dag al, voor we vertrokken nog! Dat ging zo... In november zou ik dus voor de eerste keer vertrekken: 6 maand koken voor de wintersporters in het Bloso-hotel "Bauer" in het Oostenrijkse Obertauern. Bon. Ik sta in Brussel in het station op de trein te wachten en daar zie ik Ann arriveren met haar moeder. Ze komen naar mij toe en de ma van Ann zegt: "Zijt gij de kok?" "Ja, mevrouw..." "Awel, dit is mijn dochter. Zij gaat mee als kamermeisje. Zorg er goed voor, he!" En dat heb ik gedaan! Eigenlijk heb ik Ann wat te goed "gesoigneerd", maar dat ga ik allemaal niet vertellen... In elk geval, in 1981 zijn Ann en ik getrouwd. Wij hebben nu twee jongens: Tim (13) en Stijn (11).

Alpenleven

BOK:
Zij zijn dus in Oostenrijk opgegroeid... Missen zij de bergen niet?

Hans:
Eerst niet, maar nu wel... Wij allemaal trouwens. Ann, de kinderen, ik... wij voelen allemaal de drang om terug te gaan. Wat wilt ge! Tim en Stijn gingen er naar school: Tim tot het vierde leerjaar en Stijn tot het tweede leerjaar. Zij spreken allebei perfect Duits - allez, Österreichisch, het dialect van daar! In de winter vertrokken ze met de bus, in hun skipakje, en 's avonds lieten ze zich op hun kniekes met de skilift tot boven trekken! Eigenlijk hebben wij er allemaal tien jaar vakantie gehad... Het was er altijd plezant: iedereen was er steeds in vakantiesfeer! En er werd plezier gemaakt! Met de Spanjaarden b.v. Elk jaar kregen we de laatstejaars van de universiteit van Barcelona over de vloer en dan was er ambiance! Ze moesten o.a. een ketting van kledingstukken maken, om het langst, en dan zagen we op de duur bh's passeren en zo... Jongens, jongens... Of soms trokken we naar het dorp, 's avonds, tot aan de knieën in de sneeuw! En ge weet, daar is het de gewoonte dat ze bier en "Schnapps" afwisselen met het gevolg dat er op de weg terug verschillende gasten vielen en in de sneeuw bleven steken. Maar daar hadden we ook weeral iets op gevonden! We legden een dikke vent plat op zijn buik in de sneeuw en gebruikten hem als slee om de sukkelaars die niet goed meer recht konden lopen naar het hotel te transporteren! Patrick Dewael kwam er met zijn familie ook op skiverlof - een hele toffe kerel, dat moet ik zeggen. We zaten 's avonds eens op het terras te genieten van een mooie sterrenhemel en wat te fantaseren en te vertellen over de "wolven die nu wel gingen komen"... Plots klonk er een angstaanjagend geluid: "Aaaahhh!" en iedereen vloog recht! Het waren echter geen wolven. Het was potverdorie een Spanjaard die met een Vlaams meisje ... ge weet wel... de ultieme extase! Het mooie was ook dat we al eens de grens over konden, naar Italië, naar Jesolo aan de Adriatische kust. Het is eens gebeurd dat we op één en dezelfde dag in de zee zwommen bij een temperatuur van 35°, dat we naar huis vertrokken, de bergen in, dat er boven net een sneeuwstorm opstak en dat we de kinderen een skipak aandeden en gingen skiën! Zwemmen in open lucht en skiën op dezelfde dag!

Ter Linde

BOK:
Waarom zijn jullie eigenlijk teruggekomen?

Hans:
We moesten! In 1992 besloot het Bloso plots alle buitenlandse huurcentra en alle contracten op te zeggen. Dat was natuurlijk slecht nieuws voor ons. Ons contract liep nog wel een jaar verder maar het bestuur nam de onbegrijpelijke beslissing dat we geen klanten meer zouden ontvangen. Wij hebben dus nog een jaar lang in het hotel verbleven, zonder gasten, zonder werk... Alle dagen skiën dus, alle dagen vakantie - noodgedwongen!

BOK:
En zo zijn jullie terug in Bunsbeek aangeland. En in "Ter Linde"!

Hans:
Juist. Hewel, hier vinden we toch nog iets terug van de ambiance in Oostenrijk: sportieve mensen die gezelligheid appreciëren, die een pintje komen drinken met hun vrienden. Ik moet zeggen: het valt echt goed mee! Van bij de opening al vonden vele mensen de weg naar ons terras. We hadden zoveel werk dat er een acuut personeelstekort was! Gelukkig konden we een beroep doen op onze familie om mee in te springen.


BOK wenst Hans en Ann veel geluk met hun nieuwe zaak. Het is natuurlijk geen toeval dat zovele dorpsgenoten al eens naar de sporthal trekken want het is er echt gezellig en de gasten worden er prima verzorgd. Hans doet zijn reputatie van chef-kok alle eer aan! Zijn specialiteiten - enig in de streek - maakten al furore: de Oostenrijkse boerenpatat ofte "Holzknechterdapfel", zijn Nieuwpoorts vispotje (Nieuwpoort was de Bloso-thuisbasis van Hans!), zijn spaghetti's, zijn artisanaal ijs en nog zoveel meer. Hij heeft trouwens ook de ambitie om van de nieuwe sporthal een echt centrum te maken voor jong en oud. Hans stimuleert volleybal, zaalvoetbal, badminton. Hij zorgt voor een "Ter Linde"-ploeg bij tornooien,hij speelt zelf mee en voor de niet meer zo jonge dorpsgenoten plant hij nog een pétanquebaan ook! Zoveel is duidelijk, in"Ter Linde" staat de juiste man op de juiste plaats: Hans Hendrickx, de ereburger van Bunsbeek!

 

BOK IX.I, oktober 1994
© kvr          (naar index)