Norbert Depotter

of sport als levenskunst

sportfig.gif (2639 bytes)

depotter.jpg (9511 bytes)

Doelman Depotter speelde zich in de kijker!
Depotter uitblinker!
Depotter reddende engel!
Doelman Depotter held van derby!
Depotter schenkt Voorwaarts weer vertrouwen!
Doelman Norbert Depotter verhing in Ourodenberg de bordjes!
Wijgmaal stuitte op Depotter!
enz.

Dit is slechts een kleine greep uit de talloze gelijkluidende krantenkoppen van de laatste dertig jaar! De man die zoveel roem vergaarde woont al 25 jaar in Bunsbeek en zette dit jaar definitief (?) een punt achter zijn uitzonderlijke voetbalcarrière als keeper en trainer.

Wist u dat Norbert zijn sporen verdiende in alle afdelingen van het Belgische competitievoetbal?! Niet chronologisch maar in dalende volgorde zetten wij het voor u even op een rijtje: als "gouden goalie" acteerde Norbert Depotter bij Beerschot (eerste nationale), Racing Mechelen (tweede nationale), Vigor Hamme en Racing Tienen (derde nationale), Voorwaarts Tienen (vierde nationale, eerste provinciale, tweede provinciale), Toekomst Bunsbeek (derde provinciale) en Arsenal Oplinter (vierde provinciale). Van een unicum gesproken! Hopen krantenknipsels en dozen foto's blijven getuigen van zijn aangeboren doelwachterstalent.

Toch is Norbert Depotter veel meer dan alleen maar een uitstekend keeper en voetbaltrainer. Als docent lichamelijke opvoeding aan de Tiense regentenschool (Norbert is licentiaat L.O. en kinesitherapeut) heeft hij een generatie goede turnleraars gevormd. Met zijn eigen visie i.v.m. "sport op school" is hij een gewaardeerd gesprekspartner in het onderwijsmilieu en beïnvloedt hij mee het beleid. Norbert verstaat de kunst om dingen te relativeren. Hij loopt nooit hoog op met zijn toch wel imposante staat van dienst maar bewaarde een volkse eenvoud, een jeugdige guitigheid die mee zijn beminnelijke persoonlijkheid verklaart. Zo was Norbert b.v. 10 jaar trainer van Toekomst Bunsbeek - een record! - en wordt er nog steeds op handen gedragen. Het is opvallend hoe hij in alle middens waar hij werkte blijvend gewaardeerd wordt. Hij ziet er - ondanks zijn atletische gestalte en grijzende slapen - nog erg jongensachtig uit.

Breed lachend verwelkomt hij ons en even later ontdekken wij nog een ander facet van deze eminente man: zijn kunstzin! Met kennis van zaken realiseerde hij in zijn woonst een fraai samengaan van schitterende antieke meubels met modern design. Schilderwerken en grafiek van topklasse (Jacob Smits) blijken het resultaat van snuffeltochten op o.a. Brusselse antiek- en rommelmarkten. Dus een fijne neus heeft hij ook al! Norbert gaat regelmatig naar concerten, antiekbeurzen, balletopvoeringen. Haalde hij een paar jaar geleden niet het Ballet van Vlaanderen met de wereldsterren Galina Ponova en Koen Onzia naar Tienen?! Het feit dat Gil, zijn echtgenote, balletlerares is zal daar wel niet vreemd aan zijn. Norbert vindt het trouwens fijn dat hij - na al die jaren voetbal - plots meer tijd heeft voor zijn gezin, voor zijn familieleden en vrienden van de tennisclub. Wij hadden met deze fijnbesnaarde levenskunstenaar een plezierig gesprek.

Norbert:
Eigenlijk heb ik nooit 100% voor het voetbal geleefd... Ik bedoel daarmee, mij maniakaal "gesoigneerd" zoals sommigen dat deden. Ik heb het altijd opgenomen als een hobby, iets wat ik heel graag deed en dat goed ging. Maar als ik mij tot in de puntjes verzorgd had was ik misschien nog verder geraakt!

Mijn beste seizoen speelde ik voor Vigor Hamme (derde nationale) toen wij o.a. Beerschot (eerste nationale) uit de beker wipten. Het kwam tot strafschoppen en ik werd matchwinnaar. De ironie van het lot wilde dat Beerschot mij kocht en ik het volgende seizoen voor de Mannekes het doel verdedigde. Smolders, een zeer goede keeper maar ook "enfant terrible", geraakte gekwetst en ik moest hem vervangen. Mijn eerste match was tegen Club Brugge met hun internationale voorlijn: Carteus, Lambert en co. Het werd een echte propagandawedstrijd maar Brugge was sterker: 3-6. Voor mij was dat niet plezant want er waren veel supporters van Hamme komen zien en ik moest mij zes keer omdraaien... En de zondag daarop had Leo Ritzen van Racing White één van zijn superdagen: hij vlamde 4 ballen in de winkelhaak - weer niets aan te doen... Beerschot heeft hem het jaar daarop gekocht, en hij maakte in totaal geen 5 goalen! Tegen Charleroi wonnen we dan wel met 4-2 en dat was de kentering voor Beerschot. Ik speelde een goede wedstrijd, de ploeg kreeg weer vertrouwen en haalde punten. Maar toen heb ik de stommiteit begaan om tegen Club Luik te spelen. Ik zat met lumbago. Ik had afgebeld maar Beerschot wilde zijn derde keeper niet opstellen en met een plaasteren corset moest ik het veld opgaan. Ik kon mij niet bukken en kreeg goalen binnen - ballen die ik normaal gezien moest hebben... Op Standard stopte ik nog een strafschop van Roger Claessen, maar toch gingen we de boot in met 5-1. Al bij al speelde ik dat seizoen 12 wedstrijden waarvan er 5 werden verloren, 3 eindigden op een draw en 4 werden gewonnen. Dus helemaal niet zo'n slecht resultaat voor een ploeg die lang geen topper was.

Beerschot wou mij ook voor het volgende seizoen engageren maar de verplaatsingen (vijf keer per week) vielen mij te zwaar. Ik had van de club wel een appartement in Antwerpen gekregen maar een onderwijsbetrekking in het Antwerpse konden ze mij niet bezorgen. Daarom heb ik niet aanvaard en ben korter bij huis gaan spelen, eerst bij Racing Mechelen en daarna bij Voorwaarts Tienen.

Toen ik 35 werd ben ik speler-trainer geworden van Toekomst Bunsbeek, waar ik 10 jaar ben gebleven. Daar heb ik hele goeie jaren gekend: ik kwam er terecht in een echte kameradengroep en we haalden ook goede resultaten. S.K. Halle (eerste provinciale), Union (vierde nationale) werden door Bunsbeek uit de beker getrapt! We zijn nooit gezakt en dikwijls bij de eerste drie geëindigd. In Bunsbeek was er een zeer goede mentaliteit...

Anders verliep het in Glabbeek. Lang was de ploeg in de running voor de titel, maar toen mijn twee spitsen gekwetst geraakten, Mohammed en Tom, en er minder doelpunten werden gemaakt nam het bestuur een paar ongelukkige beslissingen. Zo kreeg ik o.a. een kwartier voor ik naar de training zou gaan totaal onverwachts een telefoontje dat ik niet meer moest komen... De eerste en de enige keer dat ik ontslagen werd! Tot vandaag heb ik het daar lastig mee, vooral omwille van de manier waarop... De gebeurtenissen achteraf stelden mij bovendien voor 200% in het gelijk: toen ik wegging stond Glabbeek nog tiende, maar ze zakten en staan nu derdelaatste in vierde provinciale...

Maar als ik zo mijn hele carrière eens overschouw: ik heb altijd het aangename, het nuttige en het sportieve samengebundeld. Ik heb nooit in de ene of de andere richting overdreven. En wat het financiële betreft - och, wat ik in Bunsbeek toegeschoven kreeg deed ik in de kantine op!

Daarvan was de redactie al op de hoogte...

BOK VI.1, oktober 1991
© kvr          (naar index)