Arseen De Coster

jonge éminence grise

bokkensp.gif (2884 bytes)

decoster.jpg (14136 bytes)

Rustig, ontspannen, in een hippe T-shirt, de bronzen armen bloot... zo verwelkomt ons de vroegere burgervader van Glabbeek. Ondanks de tijd van het jaar is het een heerlijk-zwoele avond. Oktober verwent ons met temperaturen die tijdens de dag naar de 25 graden gaan. Hoeve De Coster ligt er stralend bij. De hoge buitenmuren pronken trots met hun overdaad aan bladerpracht in uitbundige herfstkleuren. De grote binnenkoer met glimmend-witte kasseien is kraaknet onderhouden en ademt de grandeur van de Vlaamse hereboer uit een Vlaamse langspeelfilm. Ook binnen is het zo: geen glitter, geen valse pronk of praal, maar authentieke eenvoud en zuiver bewaarde stijl ¾  inclusief de kleine, rode vloertegeltjes ¾  in de traditie van het gedegen Vlaamse landbouwersgezin.

Zo de woning, zo de baas! Net als de hoeve straalt Arseen rust uit en stille kracht. Voor frivoliteiten, kwinkslagen en zottigheid is BOK hier aan het verkeerde adres. Pas op, Arseen is goedlachs en geniet zichtbaar van gezelschap en van dit lange gesprek. Hij gaat ook geen enkel onderwerp uit de weg. Hij praat vrijuit, maar de toon blijft meestal ernstig. Zo past het ook voor een man die 30 jaar burgemeester was ¾ een record! ¾ en decennia lang lief en leed deelde met de hele Glabbeekse bevolking. De ernst waarmee hij zich al die tijd van zijn taken heeft gekweten is een stuk van zijn persoonlijkheid. Gelukkig maar! Ook politieke tegenstanders geven grif toe dat Glabbeek aan Arseen De Coster een knappe burgemeester heeft gehad die merkwaardige dingen heeft gerealiseerd.

Arseen komt uit een gezin van 5 kinderen (geb. 14 juli 1931). Hij was de enige jongen... Oorspronkelijk komen de "De Costersen" uit Zelk bij Halen. De grootvader van Arseen huwde een dochter van de familie Sneyders in Zuurbemde. Hij kwam met zijn gezin inwonen bij de schoonouders en zo komt het dat nu al de derde generatie De Coster het landbouwbedrijf in Zuurbemde uitbaat. Voor Arseen was het de normaalste zaak van de wereld dat hij de landbouwerstraditie zou verderzetten, maar tot zijn grote spijt ziet het er naar uit dat er geen opvolging meer komt. Zijn drie kinderen ¾ Marleen, Wim en Piet ¾ vliegen op eigen vleugels maar het boerenleven trok geen van hen aan. Wat Arseen erg verblijdt is dan weer dat hij op 6 maanden tijd 3 keer grootvader werd! "We hebben er lang moeten op wachten" lacht hij, "maar nu zijn er drie ineens! En zonder dat er een tweeling bij is!"

School

BOK:
Jij hebt je jeugd dus in Zuurbemde doorgebracht. Heb je hier school gelopen ook?

Arseen:
Neen, in Glabbeek. In Zuurbemde was er geen school meer. Vroeger wel, maar dat was voor mijn tijd. Ik ben in Glabbeek naar school geweest, naar de kleuterschool in de Nieuwstraat en naar de gemeenteschool aan de Tiensesteenweg.

BOK:
Naar de kleuterschool in Glabbeek? Toch niet te voet?!

Arseen:
Jaja! Te voet! Als kleine pagadder... Pas op, wij waren altijd met een klein bendeke en de groten pasten op de kleintjes. En toen was er geen verkeer! Toen was dat nog verantwoord. En ge kent dat he: onderweg werd er geravot en wij staken vanalles uit... Appelen pikken, en rapen... En dan kwamen de eigenaars klacht indienen bij de schoolmeester!

BOK:
Jij ging zeker graag naar school?

Arseen:
Neen...

BOK:
Jij kwam graag terug van school?

Arseen:
Ja! Dat was pas plezant!

BOK:
Weet je nog wat te vertellen over je lagere schooltijd?

Arseen:
Ja... In Glabbeek waren er natuurlijk enkel graadklassen: eerste en tweede leerjaar samen, derde en vierde, vijfde en zesde. Ik weet nog... Meester Dobbeni, dat was een kei van een meester! Hij was streng maar goed! Ik ben één jaar naar het College in Tienen geweest, en daarna naar het College in Waremme.

BOK:
Op internaat?

Arseen:
Ja, op internaat. En Frans spreken, uiteraard! Ja, dat was toen zo de gewoonte in de streek... Wij moesten "ons Frans kennen". Nederlands kwam er precies niet zo op aan! Mijn vader was ook naar het College in Waremme geweest. Hij heeft als vrijwilliger de oorlog van 14-18 meegemaakt en aan het front hield hij een dagboek bij. Daarin schreef hij met pen en inkt over zijn wedervaren... in ‘t Frans! Kunt ge u dat nu nog voorstellen: een Vlaamse boerenjongen die in de loopgrachten in West-Vlaanderen Frans schrijft omdat hij geen Nederlands leren schrijven heeft!

Vanaf mijn zesde leerjaar werd ik dus naar Waremme gestuurd. En ik was niet alleen, zulle! Er zaten ten minste evenveel Vlamingen als Walen in mijn klas! En wij moesten de hele dag Frans spreken, ook op de speelplaats, ook Vlamingen onder elkaar... Maar ge kunt wel denken, he... Dat gebeurde natuurlijk niet altijd. Ik herinner me trouwens nog dat tijdens de bombardementen in de oorlog, ik denk in 1943, dat het college toen gesloten was en dat ik terug een tijdje in Glabbeek naar school moest gaan. Wat ik ook nog weet: in 1944 kreeg ik een splinternieuwe fiets om naar het college in Waremme te rijden. Daar lagen toen Amerikaanse soldaten... ‘s Zaterdags, net op de dag dat de luchtaanval op Arnhem werd ingezet en wij de vliegtuigen met parachutisten zagen overkomen, wou ik mijn fiets terug uit de stalling halen om naar huis te rijden... en hij was gepikt! Meegenomen! Dat vond ik toch wel heel erg... Ik had er maar één keer mee gereden en ik was mijn mooie fiets al kwijt...

Varken gestolen

BOK:
Werden er dieren van de boerderij opgeëist tijdens de oorlog?

Arseen:
‘t Is te zeggen... Ze hebben hier eens een varken uit de stal gehaald...

BOK:
Duitsers?

Arseen:
Neenee! Dat deden de Duitsers niet! We moesten natuurlijk leveren aan de Duitsers, maar dat varken... Dat waren smokkelaars, dieven... Dat gebeurde ‘s nachts. Gestolen dieren werden achter op het voetbalveld geslacht: ‘s morgens vonden wij dan de resten, de darmen en de afval...

BOK:
Dat is meer dan eens gebeurd?

Arseen:
Bij ons is het maar één keer gebeurd, maar achter in de wei is het meermaals gebeurd. Met koeien dan, he...

BOK:
En die hele geschiedenis van de "witten" en de "zwarten", is dat aan u voorbijgegaan?

Arseen:
Neenee... Ik herinner me dat nog zeer goed. Zo hadden wij een paar knechten uit Kersbeek, jongens uit een groot gezin waarvan de vader ¾ om het zich wat gemakkelijker te maken ¾ met de Duitsers meedeed. Maar mijn vader was van een heel ander gedacht, en die luisterde o.a. naar "de Engelse post". Wel, die jongens waren zo geïndoctrineerd dat zij aan tafel hun soep lieten staan, dat zij naar buiten gingen, als mijn vader de radio aanzette om naar de nieuwsberichten te luisteren!

BOK:
Was dit niet erg riskant?

Arseen:
Ja... Maar mijn vader was ook "gene gewone"! Die had nooit schrik. Toen de Duitsers terugtrokken kwamen ze bij de boeren de paarden opeisen. Wij hadden vier werkpaarden. Natuurlijk, de boeren vluchtten met hun paarden het bos in. Mijn vader ook, maar het toeval wou dat hij wat laat vertrokken was en de Duitsers hadden hem nog gezien. Ze zijn hem gaan terughalen en dan hebben ze mijn vader verplicht om met paard en kar, volgeladen met Duitse soldaten en hun materiaal, tot aan de Nederlandse grens te rijden! We zagen hem vertrekken en we wisten niet of we hem nog ooit zouden terugzien... Een groot drama, natuurlijk... En we wisten dat hij nooit zijn paard of kar in de steek zou laten! Natuurlijk kreeg hij de kans, als de Duitsers sliepen bv., om er onderweg stillekes vanonder te muizen, maar zo was hij niet!

BOK:
Hij is met paard en kar terug gekomen?

Arseen:
Hij is met paard en kar terug gekomen! Vier dagen later reed hij terug het erf op!

BOK:
Heb je nog andere oorlogsherinneringen?

Arseen:
Jazeker! Ik weet nog dat hier bij het begin van de oorlog Duitsers gelegerd waren en op het einde van de oorlog hebben wij zes weken lang Engelse soldaten gehad. Tijdens het offensief van Von Rundstedt. Die Engelsen palmden de helft van het huis in, alles wat aan de andere kant van de gang ligt! De verdieping ook! Op een keer... jongens, toen hebben we toch gelachen! Die Engelsen dronken veel en op de binnenkoer was er toen nog een grote mestput. ‘s Avonds was één van die Engelsen er "een plaske gaan doen" maar van zattigheid was hij over het muurtje gestrompeld en ¾ pardaf! ¾ de mestput ingevallen, juist aan de kant waar de aal bijeenkwam! Ge kunt wel denken hoe die eruit kwam!

Denise

BOK:
Had jij een Frans lief in Waremme?

Arseen: (luide lach)

BOK:
Heb jij Denise dan niet leren kennen in Waremme? Of ergens onderweg?

Arseen:
Neenee! Denise is van Assent, en zoals dat in de tijd ging... Ieder dorp had zijn kermis en wat doet ge dan als jonge man... Ge rijdt met uw vrienden hier eens naar de kermis, dan daar eens naar de kermis... Met de fiets natuurlijk! Ik heb mijn vrouw voor de eerste keer gezien in Struikt, een gehucht van Assent.

BOK:
Daar is Arseen dus "gestruikeld"?

Arseen:
Ja, op een zondagavond! Want zaterdag was toen nog geen uitgangsdag, he! Toen werd er ‘s zaterdags nog de hele dag gewerkt! Maar Denise, ja... Die sprong toch wel in het oog! Ik had toen al veel kermissen gedaan, zulle! Ik ben in ‘60 getrouwd ¾ dus ik heb redelijk lang gewacht, he! Tot ik 29 was.

BOK:
Was je toen al met politiek bezig?

Arseen:
Ah ja... Maar wacht, ik was ook bij de scouts! Want in Zuurbemde is ooit een scoutsgroep actief geweest. Arnold Goen was daar mee begonnen, een jongen die in Nieuwpoort woonde, daar bij de scouts was maar in de zomer bij zijn familie in Zuurbemde kwam logeren. Hij en René Vandereycken zijn in Zuurbemde met scouting begonnen. Wij gingen op kamp in de Ardennen en in Lichtaart, wij hadden eigen tenten, eigen potten en pannen... Wij hadden toch een groep van 15, 20 man! Spijtig genoeg is er geen aflossing van de wacht gekomen...

En ik ben soldaat geweest ook, he! Ik was 19 en ik kon 21maanden gaan kloppen! Er zijn er weinigen die 21 maanden soldaat geweest zijn, maar ik viel juist bij die lichting. Eerst zes weken opleiding als infanterist en dan als MP opleiding in Tervuren en dienst doen in Arnsberg, Duitsland. Ik was motocyclist. Wij reden op Nortons, BSA’s en Gillettes om de begeleiding van kolonnes te doen, om wegen af te zetten en zo...

In ‘58 ben ik met de gemeentepolitiek begonnen.

Politiek

BOK:
Hoe ben je daartoe gekomen? Was je vader ook in de politiek?

Arseen:
Neen. De burgemeester van Glabbeek-Zuurbemde was Triphon Vanschoubroeck, een boer met tien kinderen. Ik was bij de Boerenjeugd, bij het toneel, bij de voetbal... en Triphon vond mij de geschikte man om mee op de lijst van de Gemeentebelangen te staan. Er waren twee lijsten Gemeentebelangen, één met christelijke inslag, de andere eerder liberaal. De uitslag was 5-4 en ik was van de eerste keer verkozen. Toen werd in de gemeenteraad nooit gestemd: de mensen kwamen gewoon overeen,ook met de zogenaamde oppositie. In ‘64 was ik lijsttrekker en toen wonnen we terug met 5-4. Ik werd burgemeester, en ¾ omdat Glabbeek een kantonhoofdplaats was ¾ ook ambtenaar van het Openbaar Ministerie op het plaatselijke Vredegerecht. Ik moest de zittingen bijwonen en zo maakte ik het mee dat de vrederechters, eerst Sacré en later Stroobants, voor en na de zittingen Frans praatten met de advocaten! Hier in Glabbeek! Zie eens, dat is nog niet langer geleden...

BOK:
Jij was amper 33 toen je burgemeester werd. Dat is eigenlijk heel jong... Slikte iedereen dat zomaar? Werd je goed aanvaard?

Arseen:
Oh ja. Ik werd direct aanvaard. Mijn uitslag was trouwens van die aard... En dat groeide nog aan... In ‘70 wonnen we met 6-3!

BOK:
Nog steeds onder de vlag Gemeentebelangen?

Arseen:
Neen... Ik denk dat we toen CVP geworden waren en de andere partij PVV... Het enige personeel dat we toen op de gemeente hadden was een deeltijdse secretaris en één veldwachter!

BOK:
Daarmee moest de fusie worden voorbereid!

Fusie

Arseen:
Ja. Op initiatief van minister Michel moesten de gemeenten fusioneren. Daar is nog een heel verhaal aan verbonden. Jos Merckx was burgemeester in St.-Joris-Winge en provincieraadslid. Godelieve Devos was burgemeester in Kortenaken en volksvertegenwoordster. Wij zaten daar zo een beetje tussenin en op vrijwillige basis stelden wij een fusie voor van Glabbeek met Kapellen, Attenrode-Wever, Bunsbeek, Hoeleden, Kersbeek-Miskom en Meensel-Kiezegem. De betrokken gemeenten gingen akkoord. Dat zou ook een degelijke fusie geweest zijn! Lange tijd liet men ons in de waan dat het zo ook zou gebeuren maar op zekere dag krijg ik telefoon van Gaston Geens dat de zaak niet doorging, dat Glabbeek opgedeeld was bij Kortenaken en Bunsbeek bij Tienen! Dat was gebeurd onder druk van Godelieve Devos... Zo ziet ge maar dat de fusies van gemeenten gebeurd zijn in functie van bepaalde personen. Dat is natuurlijk een erge zaak, want die personen verdwijnen maar de fusies blijven bestaan! Via Gaston Geens en Jacques Henckens hebben wij kunnen bekomen dat Glabbeek als gemeente toch zou blijven bestaan. Dat heeft nauw gescheeld... Het bewijs ervan vindt ge in het nummer van Glabbeek. Alle fusiegemeenten kregen een nummer. Glabbeek had geen nummer toegewezen gekregen en zo komt het dat men onze gemeente in extremis een bis-nummer heeft moeten geven. Wij zijn de enige gemeente in het land met een bis-nummer ("22bis" nvdr)!

BOK:
Maar Groot-Glabbeek viel veel kleiner uit dan oorspronkelijk voorzien!

Arseen:
Inderdaad, en weerom: dat is spijtig. Glabbeek heeft nu nog geen 5.000 inwoners. Een gemeente met 10.000 inwoners heeft veel meer armslag. I.p.v. met een begroting te werken van 100 miljoen kon men dan werken met een begroting van 200 miljoen! Zo zouden wij met hetzelfde gemeentehuis, met dezelfde sporthal, met dezelfde bibliotheek het dubbele aantal inwoners kunnen bedienen zonder meerkost,dwz. de kosten gemiddeld drukken met de helft!

De inwoners van de gemeenten die men ons afgenomen heeft ¾ Hoeleden, Kersbeek-Miskom, Meensel-Kiezegem ¾ zijn ook gezien: voor de belastingen, BTW, kadaster enz. zijn die mensen aangewezen op Diest en ze wonen vlak bij ons! Enfin, wij hebben getracht te redden wat er nog te redden was...

BOK:
En toen kwamen de verkiezingen van ‘76: samenstelling van de eerste gemeenteraad van Groot-Glabbeek!

Marteling

Arseen:
Met veel horten en stoten zijn wij toch tot een gemeenschappelijke CVP-lijst gekomen met drie burgemeesters: Sciot, Vangoidsenoven en De Coster. Wij haalden 8 van de 15 zetels: de volstrekte meerderheid, maar een nipte meerderheid, en dat is niet goed... Dat heb ik aan den lijve ondervonden. De afspraak was dat wie de meeste voorkeurstemmen had burgemeester zou worden en dat was ik. De zes jaar die volgden werden de moeilijkste jaren van mijn leven... Een echte marteling! Er waren zoveel onderhuidse spanningen, er kwam zoveel laster en tegenwerking... vooral van mensen uit de eigen partij... Toen de gemeenteraad besliste de melkerij te kopen om er het nieuwe gemeentehuis te vestigen luidde het dat de burgemeester zijn zakken had gevuld, de afspraken voor de verkiezing van de hoofdveldwachter werden niet nagekomen, het ging van slecht naar slechter... Het kwam zo ver dat twee schepenen en twee gemeenteraadsleden uit de partij werden gezet! Beslissingen konden alleen genomen worden met de steun van de socialistische oppositie. Daar werd de grondslag gelegd voor 12 jaar coalitie en vruchtbare samenwerking.

BOK:
Over de aankoop van de melkerij is inderdaad veel te doen geweest...

Arseen:
Ja, maar kijk nu eens! Ons gemeentehuis was zogezegd te duur... Het heeft inderdaad 30 miljoen gekost, maar we kregen daar niet alleen het gebouw voor maar ook nog 2 woningen en 30 are grond. Bovendien kregen we 60% subsidies! Dat is gedaan, he! Bekkevoort moet voor zijn nieuw gemeentehuis 70 tot 80 miljoen ophoesten en krijgt geen subsidies, Holsbeek en Oud-Heverlee hebben nog meer moeten betalen en krijgen evenmin toelagen! Kortenaken is pas aan het bijbouwen... en hoelang hebben wij ondertussen al genot van ons gemeentehuis?!

Geluk

BOK:
Je hebt vrijwillig een stapje terug gezet. Als je nu terugblikt op 30 jaar burgemeesterschap, wat zijn dan je prettige herinneringen?

Arseen:
Het grootste genoegen beleefde ik als ambtenaar van de burgerlijke stand. Aan mensen die trouwen, die blijgezind zijn, die aan ‘t feesten zijn... Of aan de zilveren bruiloften, de gouden bruiloften...

Ik bewaar ook speciale herinneringen aan mijn ontmoetingen met koning Boudewijn. Die straalde iets uit! Of men nu voor of tegen de koning is, men moet toch toegeven dat Boudewijn rechtlijnig was. Velen hebben het misschien moeilijk met zijn katholieke overtuiging, maar men wist wat men aan hem had, hij was echt...

En op gemeentelijk vlak... Wel, ik ben tevreden dat wij een gemeente geworden zijn met een eigen Jeugdmuziekatelier, met een fanfare, met kinderopvang, met een eigen sporthal en een bibliotheek. Wij waren ook één van de eerste gemeenten met een fitometer! En ik ben fier op de gemeenteschool, dat ze nog bestaat en dat ze floreert. Daar heb ik me echt voor ingespannen, voor het overleven van onze gemeenteschool!

Weet ge, het allermooiste blijven de blijken van waardering die ik van de mensen mocht ondervinden. Want zonder mensen die u al eens een hart onder de riem steken zou niemand het volhouden! Ik had het zeker ook niet zonder mijn vrouw, zonder Denise, gekund... Zij heeft mij toch dertig jaar volop gesteund en ondertussen mee het bedrijf rechtgehouden! Wel, daar ben ik gelukkig om...

Arseen De Coster is burgemeester af. Omdat hij het welletjes vond na 30 jaar... Hij is wel nog gemeenteraadslid en stelt zijn mensenkennis, zijn relaties en ondervinding ter beschikking van de gemeenschap! Hij kan met zijn nieuw verworven afstandelijkheid, als "éminence grise", Groot-Glabbeek nog van zeer veel nut zijn. Arseen heeft niet echt afscheid genomen van de kiezer en van het publiek ¾ de bevolking ook niet van hem.

In afwachting van de grote vieringen die nog zullen volgen (?) wil BOK hem nu uitdrukkelijk feliciteren voor 30 jaar burgemeesterschap.

In naam van zeer velen: bedankt, Arseen, voor je bekwame inzet en je bijzondere zorg om van onze gemeente een betere gemeente te maken. Je hebt vele, goede dingen gedaan...

Ad multos annos!

BOK X.1, november 1995
© kvr          (naar index)