Beste

de profeet van Bunsbeek

 

bokkensp.gif (2884 bytes)

beste.jpg (9543 bytes)

Geen interview in "Bokkensprong" deze keer maar een aantal gekende en minder gekende verhalen over Frans Tuteleers, alias "Beste", zoals wij ze konden optekenen uit de mond van onze dorpsgenoten. Beste is niet meer, maar bijna 30 jaar na zijn tragische dood verdient hij nog steeds onze aandacht. Mensen die hem goed gekend hebben weten trouwens dat hij zelf niets liever had gewild en maar al te graag een interview zou hebben toegestaan. "Ooit schrijven ze nog een boek over mij!" zei hij eens... en vroeg of laat krijgt hij gelijk! Misschien mag dit artikel een eerste nederige poging zijn om Beste voor altijd aan de anonimiteit te onttrekken.

Frans Tuteleers werd geboren in 1895 en leefde als "zuivere jonkman" op zijn boerderij aan de Pepinusfortstraat. Op 3 november 1968 om 18.30 u. kwam hij jammerlijk om het leven in de Schoolstraat, toen hij op weg was naar een lief en in het duister door een auto werd gegrepen. Met hem stierf "de profeet van Bunsbeek", "Beste", bij leven al een legende.

Elk dorp heeft er wel eentje, zo'n legendarische figuur die spontaan wordt opgenomen in de onverwoestbare mondelinge traditie, iemand die nog jaren na zijn dood over de tongen blijft gaan en het onderwerp is van menig familie- en cafégesprek.In Bunsbeek is het niet anders. Jammer dat een heimatschrijver als Ernest Claes niet in ons dorpje woonde. Claes had dan wel niet over Wannes Raps kunnen schrijven maar wel over Beste. Veel verschil had het niet gemaakt, alleen was het boek waarschijnlijk nog wat dikker geworden! Zo'n kleurrijke figuur was Beste nu eenmaal...

Maar ook zonder Ernest Claes heeft de faam van Bunsbeeks "Beste" zich over het Hageland verspreid: hij is in Oplinter, Hoeleden, Binkom en Vissenaken bv. bijna zo goed bekend als in zijn eigen dorp. Beste was uniek en zal het altijd blijven, onvergetelijk in zijn radicale rechtvaardigheid, zijn lichtgelovigheid, zijn oratorisch en muzikaal talent, zijn dichtkunst, zijn wanhopige verliefdheden, onvergetelijk ook in de schamelheid van zijn bestaan.

Met Beste werd een tijdperk afgesloten, het tijdperk van de eenzame Hagelandse wroeter op een zompige boerderij, het tijdperk dat de boeren nog niet gespecialiseerd waren maar nog alles hadden en alles deden. Beste had kippen, varkens, koeien, paarden, een os en een ezel... Hij verbouwde zowel graan als bieten en maïs en hij had ook alle soorten fruit... en eigen boter... Veel bracht het allemaal niet op maar Beste hing van niemand af. Integendeel, heel Bunsbeek heeft voor hem gewerkt en heeft bij hem geslapen, zo wordt gezegd. Het was inderdaad zo dat vele jonge mannen graag bij Beste gingen werken: het stak er allemaal niet zo nauw en bij Beste viel altijd wat te beleven! Er gebeurden dingen die op een ander boerenhof niet gebeurden! Beste leefde zo innig verbonden met zijn dieren en zijn erf dat het absoluut onhygiënisch was: er zaten varkens in de kelder, kippen en een vaars in huis, zeugen met biggen en paarden los in één en dezelfde stal ... Zijn levenswijze botste met de nieuwe tijd en er werd zeker vaak met hem de draak gestoken. Maar bij al de hilariteit die Beste in het dorp verwekte klinkt in de verhalen ook steeds sympathie door en respect, want Beste had een "geleerdheid" die velen misten!

Boer Beste

Frans Tuteleers moest wel als "Beste" door het leven gaan. Hij sprak iedereen met "beste" aan, zichzelf incluis. "Begut, beste, ..." zei hij dan. Of hij mompelde tegen zichzelf: "Ja, mijne beste..."

Beste bewerkte zo'n vijf hectaren grond. Ook in Pellenberg ging Beste grond bewerken - alles met paard en kar! Beste werkte zich niet dood en kwam bv. immer achteraan met leveringen van bieten en graan. Maar hij was wel altijd bezig. Op een stuk van 3 ha. dat hij ontboste plantte hij een boomgaard en dat deed hij oordeelkundig: alle bomen stonden mooi in de rij.

Beste zat er niets mee in om met paard en kar naar Brussel te rijden. Om zijn pruimen te gaan verkopen bv. Dan vertrok hij 's nachts gezeten boven op de wagen, op een afgeveerde bank. En als hij met beesten naar Brussel ging en de kooplui discussieerden over 100 fr., dan kwamen de beesten gewoon mee terug naar huis! Die 100 fr. moest erbij!

Beste was primitief gesteld... zoals vele Hagelandse boeren toendertijd! De voorplaats van zijn huis veranderde hij in "meelkot": daar stapelde hij de zakken meel. Daar hingen ook de gerookte hespen aan het plafond. Maar het krioelde er van de ratten... Hoeveel zakken meel gingen zo niet verloren! Zeugen moesten soms biggen in een kippenhok waar mest naar buiten dreef. Zeugen waren niet gescheiden, biggen kropen van de ene zeug naar de andere, wisten niet meer waar naartoe en vele gingen dood. De tijd van de super-gespecialiseerde en wetenschappelijk geleide bedrijven was inderdaad nog niet aangebroken... En toch had Beste ook geluk met zijn varkens: dikwijls grote nesten en zelfs eens een zeug met 17 biggetjes die allemaal zijn groot geworden! Beste kwam toen met foto en al in de gazet en ging uit dankbaarheid op beeweg naar Scherpenheuvel.

De beesten van Beste

Beste had een vijftal koeien die hij ging melken als hij "goesting" had. "Ge moet geen slaaf van uw beesten zijn", was zijn parool en hij ging 's morgens vroeg melken, of om 11 u. of 's avonds pas.

Een bezoek aan Beste hield verrassingen in... Mensen die er voor de eerste keer kwamen schrokken zich vaak een aap! Zo werden ze geconfronteerd met een "meutte" die aan de kast in de keuken vastgebonden was. Dat beest is er trouwens vet geworden, gewoon in huis! Het had wel ook de halve kast mee opgegeten... een mooi, antiek stuk...

Beste heeft ook varkens vet gemaakt in de kelder! Bezoekers die in de woonkamer stonden wipten opzij van 't verschieten telkens wanneer varkenssnuiten onverwachts de kelderdeur omhoog duwden! En op de slaapkamer sliep een biggetje in Beste zijn zondagse broek. Toen hij eens haastig zijn broek wilde aantrekken viel het beestje op de trap er nog uit!

En elk beest trok... Als hij een "meutte" van een jaar had werd die naast het paard voor de kar gespannen. Wat niemand durfde "inspannen", Beste deed dat toch. Een os en een "meutte"... Jaja, samen ingespannen en trekken maar! Of een os en een ezel, dat de mensen langs de straat bleven staan en fluisterden: "Kijk, de vlucht naar Egypte"!

Romanticus

Beste is zijn hele leven verliefd geweest. Hij legde de lat bovendien zeer hoog! Als hij trouwde zou het met "een jonge" zijn, een hele mooie en een rijke bovendien. Altijd ging er echter wat mis, want nooit is Beste getrouwd geraakt. Wel heeft hij verkering gehad - soms echt, soms slechts in zijn verbeelding - met een rist lokale schoonheden, ferme vlammen als Valentine Sciot, Denise Ronsdorf ("'t zwart madammeke van de Hennenmarkt"), Margriet Donvil, Madeleine Poffé uit Neerlinter, Gaby van de huishoudschool, juffrouw Craninckx, e.a.

Eén keer kwam het tot een heus verlovingsfeest. Beste wou er piekfijn voorkomen en ging de toneelkleren lenen van Jef Vanherrewegen: een pitteleer, een witte "bavette" met wit "neuke", een grijze streepjesbroek, grijze "galochen" om over de schoenen te trekken, een bolhoed... Alles werd nog eens extra opgestreken en afgeborsteld! Zo uitgedost sprong Beste op zijn fiets en reed naar Neerlinter! De boeren onderweg wisten niet wat ze zagen! Het nieuws verspreidde zich als een lopend vuurtje: "Weet ge wie er hier in pitteleer voorbij fietste?! Beste van Bunsbeek! Ja, in pitteleer! Wat heeft hij nu aan de hand?!"

Beste ging zich dus in Neerlinter officieel verloven en dat was voor hem een heel ernstige zaak. Hij wou niets aan het toeval overlaten en betaalde ook zonder verpinken voor alle aanwezigen een rijkelijke maaltijd. Het genereuze gebaar mocht echter niet baten... Die van Neerlinter amuseerden zich kostelijk en aten hun buiken rond. Uiteindelijk kwam Beste in pitteleer terug van een kale reis.

Beste gaf de moed zo gauw nog niet op. Met dubbele energie begaf hij zich op het liefdespad. Zijn vrienden maakten hem wijs dat een pofbroek succes verzekerde. Beste kocht een pofbroek. Hij was gewoon om elke zondag koffie op zijn haar te doen: dan bleef het plat tegen zijn hoofd. De kameraden beweerden dat Chinese inkt veel beter was... Beste probeerde het, maar die zondag was het regenachtig en de inkt liep van zijn voorhoofd!

Hoe dikwijls kocht hij geen rozen voor Margriet Donvil! Margriet was 20 lentes jong en bloedmooi. Beste was 35 jaar ouder maar toch voelde hij zich uitverkoren. Wanneer Margriet nog maar naar hem glimlachte was Beste een hele week zielsgelukkig. Margriet verjaarde op tweede kerstdag. Ze hadden Beste wijsgemaakt dat ze "zot van hem was" en dat hij voor haar verjaardag rozen moest geven. Beste kocht in Leuven een heel duur boeket witte rozen en ging het Margriet aanbieden. Margriet was met de avances van Beste echter niet opgezet en ze maakte dat duidelijk door de bloemen op de grond te gooien en ze voor de verbouwereerde Beste te vertrappelen! "Dat is een teken van grote liefde" fluisterde men Beste in het oor en hij geloofde dat nog ook!

Dieu et mon droit!

Beste maakte nooit ruzie. Voor het minste geschil ging hij echter naar "de juge" in Glabbeek want hij had een groot rechtvaardigheidsgevoel. "Ge zult voor Tist moeten komen!" zei hij dan. Met "Tist" bedoelde hij de vrederechter. Een buurman die volgens hem te kort tegen zijn grond geploegd had kreeg een "recommandée" en moest naar Glabbeek. Een boer die bij het keren met zijn paard vier maïshalmen van Beste platreed kon naar de vrederechter om te horen hoeveel schade hij moest aanrekenen. Let wel, Beste was daarom niet kwaad! "De juge moet recht spreken. Die dient daarvoor!" was zijn mening. Meer dan 90 keer heeft hij iemand voor de vrederechter gebracht! In alle vriendschap... Na de rechterlijke uitspraak zei hij dan tegen de gedaagde: "Kom, beste, nu gaan we iets drinken!"

Of hij loste het nog anders op. Beste liet de was doen door zijn zus Stefanie. Hij betaalde haar per kilo. Dus woog hij thuis eerst zijn vuile was en bracht die dan naar zijn zus. Daar werd de was opnieuw gewogen. Op zekere keer kwam Stefanie op 50 gram meer uit. Beste ging niet akkoord. Stefanie bleef echter op haar standpunt. "Goed", zei Beste, en hij pakte simpelweg zijn was terug mee naar huis. Voor 50 grammekes verschil!

Een andere keer leverde Beste een vet varken aan een beenhouwer die het thuis bij hem zou slachten. Het varken ging de "bascule" op en terwijl het daar stond om gewogen te worden scheet het in de bak. De beenhouwer deed de bak open om de stront eruit te doen. "Ho, ho!", zei Beste, "wat in de bak zit wordt gewogen!" De beenhouwer protesteerde. Geen probleem voor Beste: het varken ging terug mee naar huis! Zo principieel was Beste...

Njam, njam!

Beste is nooit ziek geweest. Dit mag een wonder heten als men bedenkt wat hij allemaal at! Dode kippen - ook die door buren en kwajongens bij hem over de haag werden gegooid - Beste at ze op! Op een keer kwam de meelvoerder zijn lege zakken halen: hij schudde ze eerst leeg en uit één van de jutte zakken viel een varkenskop! Beste had die blijkbaar verloren gelegd en toonde zich tevreden: hij wist ineens wat hij 's avonds ging gereed maken!

's Maandags van de kermis werden er pruimenvlaaien gegeten. Het stuk van Beste zat vol zwarte mieren. Beste nam zijn duim, duwde de mieren in de pruimenspijs en speelde ze mee naar binnen.

De tafel maakte hij nooit leeg en de kippen mochten mee in huis. Zo gebeurde het dat er op de tafel een brood lag, en de kippen hadden het helemaal uitgepikt. Alleen de holle korst lag er nog. Naast de tafel stond een kruik met botermelk. Beste had geboterd maar "de boter niet kunnen krijgen". Doodgemoedereerd zette hij zich aan tafel, brak stukken korst af van het leeggepikte brood, duwde die in de boterkruik en zo naar binnen.

Tijdens een uitstap met de Boerenbond naar Tongerlo - Beste had van de hele dag nog niet gegeten - vond hij een reuzengrote paddenstoel tegen een boomstronk. Beste vloog er naartoe, plukte "de kampernoelie" en at hem helemaal op, rauw. (Gelukkig bleek de paddenstoel achteraf een eetbare soort te zijn... )

De fanfare ging elk jaar op reis en natuurlijk ging Beste mee. Zijn vrienden kwamen hem eens halen. Beste had nog geen boterhammen klaar voor onderweg en die morgen had de jonge "meutte" niet gedronken: de kruik zure melk stond er nog. Daarop zegden de mannen: "Jamaar, Beste, allee, ge hebt hier alle gerief in huis! Drink goed wat melk en ge kunt er de hele dag tegen!" Beste vond het een goed idee en hij dronk bijna de hele kruik zure melk leeg! Daarop stapten ze op de bus. Ze waren wel nog maar juist aan de suikerfabriek van Tienen of de bus moest al stoppen ... Tot in Luik bleef Beste het slachtoffer van hevige aanvallen van diarree!

Het mocht dertig graden warm zijn in de zomer, Beste nam nooit drank mee naar het veld. En toen de hond eens zijn boterhammen had gevonden en ze allemaal had opgegeten zei Beste: "Dat zal niet meer voorvallen!". Sinds toen nam hij ook geen boterhammen meer mee naar het veld en werkte van 's morgens tot 's avonds zonder eten of drinken!

Toen een zeug stierf en hij de jonge biggetjes wilde redden haalde hij in de Welvaartwinkel een tutterfles. De biggetjes gingen echter één voor één dood. Toen het laatste gestorven was vroeg Beste of ze de tutterfles niet wilden terugnemen... want hij kon er nu toch niets meer mee doen!

Het tribunaal

Ooit werd er in het huis van Beste een groot proces gevoerd met verschillende zitdagen: "het tribunaal"! Er was een advocaat - allez, iemand die de toga van Gerard Janssen had aangetrokken - en gerechtelijke politie - allez, iemand die van de veldwachter een uniform geleend had - ook bijzitters en de rechter, Beste zelf.

Wat was er gebeurd? Beste werd al eens geplaagd door jonge mannen en die hielden soms geen maat. Een keer hadden zij echt overdreven en Beste had zich zo kwaad gemaakt dat hij met een bijl naar Omer Sciot had gekapt, zo gemeend en zo woedend dat - als Omer zich verroerd had - hij zeker was onthoofd! Die jonge mannen hadden op een avond onverhoeds bij Beste de elektriciteit afgesloten, de wanmolen in de deur gezet en heel het huis vol kaf geblazen! Dat ging te ver, ook voor Beste, en daarom was hij zo kwaad geworden en had hij met een bijl gezwaaid. Beste wou het daar niet bij laten en in plaats van naar de rechter in Glabbeek te gaan (wie moest hij aanklagen?) organiseerde hij een proces tegen onbekende vandalen in zijn huis! Elke avond hield hij zitdag en hanteerde hij de voorzittershamer: de schuldige moest gevonden worden. Op dit tribunaal werden zitpenningen betaald en al! Er kwam veel volk naartoe en iedereen werd om beurt verhoord. Het was bijna een aflevering van "Beschuldigde, sta op!" avant la lettre...

Toneel

Beste was ook met toneel bezig. Tot een opvoering is het nooit gekomen maar het stuk werd duchtig gerepeteerd! De repetities gingen door bij Beste in huis... en alle avonden maakten de acteurs hem zwart! Ah ja, want hij was "neger" in "De neef uit Bombay"! Beste gaf zich dus volledig. Hij maakte ooit de schrijnwerkerij van Collaerts leeg, want dat moest de toneelzaal worden. Een grote kar werd gedemonteerd en terug in elkaar gezet in zijn woonkamer zodat ze kon dienen als podium. De spelers waren zo goed om de wielen er eerst af te doen, de wagen op zijn kant door de deur te schuiven en hem in huis opnieuw te monteren. Na de repetitie bleef de enorme wagen wel staan! Daar zat Beste nu, met een grote kar in zijn living! Hoe hij die terug buiten gekregen heeft vertelt het verhaal niet.

Dichter-muzikant

Beste kende ook muziek. Hij heeft zelfs "muziekschool gehouden". Hij gaf notenleer, "solfège", 's zondags na de noen. Verscheidene muzikanten (ook van Crescendo!) hebben hun eerste noten bij Beste geleerd. Zijn instrument was de klarinet. Ze hebben er ooit wel eens een "stop" in gestoken en toen kwam er alleen "fwiet, fwiet" uit. Maar Beste stapte altijd mee op. Hij was "spelend lid" en de man om "de brief " voor te lezen. Voor elke gelegenheid maakte Beste "een brief", een gelegenheidsepistel dat een gevierde extra in de bloemetjes zette of dat hij voorlas bij de begrafenis bv. van een overleden muzikant. Beste had een mooi, regelmatig geschrift. Hij schreef ook zonder fouten! (Dat hij avondschool gevolgd had maakte hem voor velen trouwens tot een "geleerde"!)

Voor trouwers was de aanhef van de brief altijd identiek:

"Des zondags na de noene
En al eens tussenin
Kwam hier -NN- de kapoene
Naar 't meisje van zijn zin."

De inhoud was aangepast aan de personen in kwestie, en alles op rijm!

Over Beste bestaan nog veel meer verhalen. Zijn portret is niet af! Plaatsgebrek verhindert ons nog meer anekdotes te vertellen. BOK vertrouwt er echter op dat wat in dit artikel werd opgenomen een getrouw beeld geeft van de rijke persoonlijkheid van Beste en van de tijd waarin hij leefde. Wij hebben Frans Tuteleers willen portretteren zoals hij was, met zijn goede en zijn "eigenaardige" kanten, als de kleurrijke figuur die hij was, een spilfiguur in de toenmalige Bunsbeekse gemeenschap... De ontwapenende naïviteit en de rechtgeaardheid van de PROFEET VAN BUNSBEEK hebben hem voor altijd onweerstaanbaar sympathiek gemaakt!

BOK IX.3, juni 1995
© kvr          (naar index)