Paul Arnauts

bokkensp.gif (2884 bytes) arnauts.jpg (31139 bytes)

Vrijdag 17 oktober... Een stikdonkere nacht, want de maan schuift in de schaduw van de aarde. Twee bokkenrijders zijn op weg door mistige velden. Een tijdje bewegen zij zich al door een steeds vreemdere wereld: straatverlichting heeft opgehouden te bestaan, de streek wordt woester want de hellingen nijdiger en bossen kruipen van twee kanten dichterbij. En wat gebeurt er met de maan? Nergens is er een teken van leven te bespeuren, geen blaadje ritselt aan de roerloze bomen, geen woning zien we, geen hutje, geen stulp! Kan dit Houwaart wezen? Zo ja, waar huist dan Meester Paul? Instinctief volgen we één van de aardstralen. Met astrologische precisie worden we naar een hoevetje geleid, een deur zwaait open en daar staat hij in het heldere licht als een heerser over deze barre woestenij: Paul Arnauts, de meester van het vijfde leerjaar. Warmte komt ons tegen. In de hall getuigen enorme pompoenen van vruchtbare grond; twee vreemdsoortige aarden potten - die tussendoor echte boeren laten! - blijken zuurkool voor de winter te bevatten... "Biologisch gekweekt, meester?" "Zeker! Zeker!"

Meester Paul wordt het eerste slachtoffer" van de onbedwingbare drang naar menselijk contact van BOK, en zal zich ontpoppen als een charmant gastheer en onvermoede praatvaar. Zijn lieve Agnes nestelde zich knusjes aan zijn zijde… "Wat wij zoal weten wilden?"

Van steen bouwden wij dit huis...

BOK:
Ons lijkt dit het einde van de wereld. Het is hier rustig, groots, magnifiek... Toch moet men het gewoon zijn hier te wonen! Ben jij van deze streek?

Meester Paul:
Nee, ik ben van Kortenaken! Dat is 2 km hier vandaan.

Agnes:
Zijn moeder zei zo: "Hij kon heel laat lopen: hij was al twee jaar! Maar hij is toch nog ver gegaan!" 

Meester Paul:
Agnes is van St.-Pieters-Rode. Dat is hier vlakbij. Vroeger stond hier een oud huis. Daar heeft Agnes nog in gewoond. Dat huis is nu verdwenen, maar wij hebben de grond hier gekregen... redelijk veel, want het is hier alles bijeen toch een ha groot.

BOK:
Dit huis is dus helemaal nieuw ? Heb je daar zelf ook aan gewerkt?

Meester Paul:(zucht; lacht vermoeid)
Nogal veel! Elke steen die je hier ziet b.v. is verschillende keren door mijn handen gegaan. Want dat is recuperatiesteen: afbraak van het oude gemeentehuis van Haacht. Dat kwam hier op vrachtwagens als dikke brokken aan, en met een kapmesje hebben wij elke steen dan gekuist... Jaren aan gewerkt!

Onderwijzer

BOK:
Waarom ben je onderwijzer geworden?

Meester Paul:
Ik mag niet zeggen dat dit voor mij een "roeping" was. En toch: ik herinner me nog toen ik in Tienen in de normaalschool zat, dat er eens iemand zei: "Je ziet dat jij in een jeugdbeweging gestaan hebt."
Ik zeg :"Sorry, ik heb er nooit ingestaan en ik ben er nooit lid van geweest!"
Mijn vader zei altijd : "Hier zijn zes kinderen, je hebt hier al een jeugdbeweging op je eigen."
Ik ben ook altijd op internaat geweest. Ik had dus weinig contact met mensen van Kortenaken. Ik heb niet in een enge dorpssfeer geleefd, en misschien is dat goed. Op het internaat in Zepperen had ik contact met mensen van overal, van heel Limburg. Ik kreeg er een bredere kijk. Na die 8 jaar internaat ben ik een jaar voor sociaal assistent gaan studeren in Heverlee, maar dat lag me niet...
Weet ge, ik kom uit zo'n heel traditionele landbouwersfamilie. Thuis waren we met elf personen - zo'n beetje een middeleeuwse situatie: zes kinderen, vader en moeder, twee ongetrouwde ooms en een ongetrouwde tante. Die werkten allemaal samen op de boerderij: dat was ene pot!

BOK:
Aha, een commune dus! Komen daar jouw communistische sympathieën vandaan?

Meester Paul: --lacht veelbetekenend --

BOK:
Je hebt natuurlijk een echt familiegevoel. Toch ben je ver weg en helemaal apart gaan wonen...

Meester Paul:
O, maar de eerste weken - dat durf ik zeggen - die stilte hier, dat was verschrikkelijk! Wij waren toen met z'n tweeën, we hadden nog geen kinderen.

BOK :
Je begint nu aan je zevende jaar in Bunsbeek?

Meester Paul:
Ja, ik heb veel geluk gehad: ik ben nooit moeten gaan stempelen. In juni was ik afgestudeerd en in september zijn we getrouwd en de eerste oktober had ik werk in Lovenjoel. Maar jouw vraag was dus hoe ik onderwijzer geworden ben, hè? Die sociale school in Heverlee, dat lag me dus niet; en wel om de volgende reden. Ik kom uit een landbouwersfamilie en een sociale school is vooral arbeidersgericht: vakbonden, een totaal andere wereld... mij onbekend, want boerengezinnen hebben een heel andere mentaliteit. Nu begrijp ik arbeiders wel. Hoe ik er dan terecht ben gekomen? Wel, ik was het studeren na de humaniora een beetje beu maar de paters drongen aan dat ik toch maar zou verder doen en zoiets waar met mensen kan gewerkt worden, dat wou ik wel doen. En sociaal assistent, dat was maar twee jaar en ik zei "allee ja"... of drie jaar is dat, drie jaar. De partiële examens in februari... dat ging wel, maar de studies lagen me niet echt en ik ben er dan vroegtijdig mee gestopt. Mijn vader begreep dat, is er niet kwaad om geweest. Maar toen wilde ik wel bewijzen dat ik iets kon, toen had ik geen zin meer om te zeggen: "Nu blijf ik thuis" - want ik had de boerderij kunnen overnemen - en toen dacht ik : "Waarom geen onderwijzer, waarom dat niet aandurven?" Ik ben het ook geworden en ik heb er geen spijt van!

Kritische zin

BOK:
Wat is jouw ambitie eigenlijk als onderwijzer?

Meester Paul:
Wat ik wil realiseren? Ik zou... ik zou meer willen dan alleen maar leren rekenen en moedertaal of aardrijkskunde - ik wil wel iets meer. Wat kritische zin meegeven. Ik heb ook al ervaren dat dat heel gevaarlijk is want je hebt altijd mensen, ouders van kinderen, die daar gewoon niet achter staan. En ik heb geleerd, door nu toch al jaren ondervinding, de hoekjes af te ronden, zonder daarom… hoe zal ik zeggen,... zonder daarom naamloos of zoiets te worden. Ik weet wel wat ik wil, maar het moet rustig gebeuren: je kan niet alles verwezenlijken in tien jaar tijd!

BOK:
Het is ongetwijfeld goed dat leerkrachten iets persoonlijks proberen mee te geven. Daarom denkt men soms zelf terug aan een specifieke leraar... juist omdat hij iets persoonlijks in zijn onderwijs bracht…

Meester Paul:
En toch kan men dan zeggen: "Is dat geen indoctrinatie?!" Eigenlijk geef ik toe dat elke opvoeding voor een stuk indoctrinatie is. Zelfs als je zwijgt... dat kan ook indoctrinatie zijn!

BOK:
Sommige ouders zouden kunnen reageren en zeggen: "Voor 'kritische zin' zijn onze kinderen nog te jong, nog te weerloos!'

Meester Paul:
Ja! Of ook: "Ik heb dat niet graag dat je met zo'n ideeën afkomt."
B.v. de lessen Levenshouding, die gaan in een bepaalde richting. Ik laat me nogal door Versteylen inspireren, maar dat krijgt dan direct bijna een politiek kleurtje en daar moet je voor oppassen! Ik wil natuurlijk geen partijpolitiek overbrengen, maar z'n ideeën, dat vind ik wel fijn! Versteylen, Bosmans ook, dat zit zowat in dezelfde sfeer. En dat probeer ik wel door te geven aan de kinderen: dat het leven later méér is dan alleen maar werken, dat er iets moois moet van gemaakt worden. Eigenlijk is dat "christelijk" hè,… En ik vind dat kinderen daar al veel over denken, eigenlijk méér dan volwassenen!

Openluchtklassen

BOK:
Vanuit dat opzicht is het dan ook heel begrijpelijk dat jij de man bent die schooloverstijgende initiatieven neemt, zoals de zeeklassen nu...

Meester Paul:
Ik weet niet of ik veel initiatieven neem... Nee, de zeeklas… de zeeklas kwam niet van mij maar het initiatief groeide door onderling overleg in de school. Ik sta er wel achter!

BOK:
Goed, maar de eerste keer dat de school buiten de muren kwam, dat was toch jouw initiatief: de boerderijklas?

Meester Paul:
Ik zal het zo zeggen: zo'n boerderijklas is een soort jeugddroom van mij. Ik ben altijd een verdediger van de landbouw geweest; ik heb getwijfeld om zelf landbouwer te worden! Ik had veel zin. En ja, dan werd ik onderwijzer, en toen wou ik de twee combineren. Ik wilde kinderen in contact brengen met het leven op de boerderij. Mijn eindwerk in de normaalschool ging trouwens over de "kinderboerderij"!

BOK:
Vind je dat kinderen van een vijfde leerjaar rijp genoeg zijn om zo'n week van huis weg te gaan? Is het zesde leerjaar niet meer geschikt?

Meester Paul:
Men voelt wel dat kinderen van het vijfde een jaar jonger zijn..

BOK:
Zijn er die wenen?

Agnes:
Mama's wel...

Meester Paul: (luid gelach)
Mama 's wel, ja, mama's wel!

BOK:
Er zijn dus kinderen die heimwee hebben?

Meester Paul:
Ik denk niet... Enfin, ze hebben weinig tijd om er veel aan te denken. Ze zijn altijd bezig, we leggen bezoeken af, de kinderen spelen, ze hebben hun vrienden… We laten ze niet veel tijd om te piekeren over thuis.

BOK:
Hoe belangrijk zijn openluchtklassen?

Meester Paul:
Het is alleszins een rijke ervaring. Nu zitten we eigenlijk bij de doelstellingen, he: waarom doe je dat? Het verschilt van persoon tot persoon.
Eén doelstelling is : men leert, men leert op een andere manier. Het is niet leren vanuit -het boekje maar leren vanuit een realiteit. Je ziet het, je voelt het, je ruikt het, je maakt het helemaal mee... Dingen die je echt gezien hebt, die onthou je ook beter. Ik herinner mij van de lagere school weinig lessen, maar wat ik weet is dat we in het vierde leerjaar in Kortenaken naar "de Molenbos" gingen... Dus dingen die je buiten de klas meemaakt, die blijven beter hangen.
Dat wat het leren betreft, maar ook het leren omgaan met elkaar is toch wel belangrijk.

BOK:
Welk voordeel doet de leerkracht ermee?

Meester Paul:
Men leert kinderen veel beter kennen. Want wij zien kinderen in de klas, maar nooit in hun pyjama! Wij zien ze niet hun tanden poetsen en nu wel en zij zien ons ook "completer". Schuchtere kinderen b.v. leer je daar echt beter kennen!

BOK:
Een plezierige anekdote van dit jaar?

Meester Paul:
Iets plezants? Oh! In't water gaan ’s vrijdags, hè... Eerst gaan ze er dan met hun voeten in, met hun broek wat opgerold, maar na een tijdje gaan ze al wat verder, en nog verder, en op den duur zijn ze natuurlijk kletsnat... En je ziet dat aankomen, maar je denkt: "Kom, 't is vrijdag: de ouders zullen wel wassen! Hehehehe!"

BOK:
Oh, dat is dus plezant?! Donderdags gaan ze niet naar de beek maar op vrijdag wel! Was maar, moeder...

Meester Paul:
Hehehehehehe! Inderdaad, donderdag doen we dat niet want dan zouden we zelf met de miserie zitten. Dat houden we voor vrijdag!

BOK:
Excursies blijven wel een hele verantwoordelijkheid!

Meester Paul:
Ja, dat wel. Want ik zal U zeggen: ik ben dan nogal zenuwachtig. Ik heb dan weinig geslapen, heel weinig. B.v. die woensdagmorgen: we moesten vertrekken naar de vismijn. Ik had geen wekker, maar... verschrikkelijk... Ik was gaan slapen om tien uur, ik word wakker en denk :"Oei, het zal zeker tijd zijn" want we moesten heel vroeg d'eruit. En we mochten ons niet verslapen want dan misten we de tram! Natuurlijk, wat gebeurt er? Ik kijk op mijn horloge en het is twaalf uur! En om één uur was ik terug wakker, en om twee uur...

BOK:
Heb je een bepaalde voorkeur voor openluchtklassen : bosklassen, zeeklassen, sneeuwklassen?

Meester Paul:
Eigenlijk is de plaats waar je gaat niet zo belangrijk. Een mooie omgeving is natuurlijk graag meegenomen, maar we blijven niet op die plaats. We maken uitstapjes… Maar de boerderijklassen, tja, dat hangt meer samen met mijn leven van kindsbeen af. 't Is daarom, ik begrijp goed dat andere leerkrachten daar niet zozeer het nut van inzien... Maar voor mij: dat leven, die natuur, dat in contact komen met dieren... Ik heb nu ook dieren, ik zou die niet kunnen missen.

BOK:
Sommige mensen werpen wel op: "De kinderen wonen hier op de buiten, hier zijn zoveel koeien, en nu gaan ze nog naar een boerderij!

Meester Paul:
Dat zeggen er, ja. . . Maar als je ziet wat tegenwoordig onze kinderen in de klas er van afweten, dat is nihil! Hoeveel kinderen zou ik van een boerderij hebben, dit jaar? Ik geloof niet één! Vorig jaar maar één! En er zijn kinderen hier op de buiten die niet weten waar de melk vandaan komt: die komt van de Delhaize of van de GB!

BOK:
Voel je dan niets voor sneeuwklassen?

Meester Paul:
Ik heb dat al een keer meegemaakt, in de normaalschool... Dat is natuurlijk een ervaring, ook voor de kinderen. Maar ik zou het nooit doen. Ten eerste is het zeer kostelijk en ten tweede: kort bij huis zijn er zoveel dingen de moeite waard! Je moet het zo ver niet gaan zoeken.

BOK:
Een vraagje voor de gastvrouw: hoe is dat nu, getrouwd zijn met een onderwijzer? Als hij thuiskomt, zegt hij dan veel over de school?

Agnes:
Het eerste uur is hij nog niet veel van zeggen: dan moet alles bezinken. Ze hebben dan al een hele dag moeten praten… Dan eten we en gewoonlijk begint Paul dan aan zijn werk voor school. De eerste jaren was dat meestal tot laat in de nacht. Die eerste jaren ben ik héél, héél dikwijls alleen gaan slapen...

Biologisch tuinieren

BOK:
Wat doet Meester Paul in zijn vrije tijd?

Meester Paul:
Vrije tijd?! 's Morgens het eerste wat ik doe, en dat vind ik een heerlijk moment, dat is de kat eten geven, de hond eten geven, de geit melken - het hoogtepunt dan!

BOK:
En dat gebeurt nog voor je naar school vertrekt?

Meester Paul:
Jaja, ik heb altijd eerst de geit gemolken. Nu doe ik het maar één keer want ze geeft al wat minder melk, maar in het begin van het schooljaar 's morgens en 's avonds. En Agnes kan dat ook, hoor! Want nu b.v. met de zeeklas... Ik kon mijn geit toch niet meepakken! (Dubbelzinnig gelach)!

Agnes:
Soms is het wel erg. We zijn ooit van een feest moeten naar huis komen want de geit moest gemolken worden...

Meester Paul:
Ja, soms is het erg. Maar het blijft fijn. Vooral 's morgens : je komt terug in aanraking met de gewone dingen - een gezwollen uier, de frisse lucht, dieren,... Je kijkt eens rond : "Haha, een nieuwe dag!" En in de winter kun je van hier het kasteel van Horst zien!

BOK:
Ja, je woont hier paradijselijk! Voor een natuurmens is het hier ideaal!

Meester Paul:
De streek is inderdaad zeer mooi. Ik ben dus zelf niet van hier, maar deze streek is echt één van de mooiste die ik ken!

Agnes:
Vroeger was het hier nog veel mooier, maar die nieuwe weg heeft veel vernietigd, veel bossen vooral! Ik was nog maar twaalf jaar, maar ik weet nog dat ik toen geweend heb toen ze hier bomen begonnen om te hakken en met bulldozers alles omwoelen. Hier liepen allemaal weggetjes door de bossen naar het kapelletje waar wij getrouwd zijn, maar de weggetjes zijn er nu niet meer.

BOK:
Wat zeggen ze in de familie van een boerenzoon die begint biologisch te tuinieren?

Meester Paul:
O, daar lachen ze mee, he...

Agnes:
Wij zijn daar in' t begin met vuur en vlam opgevlogen en dan wil je dat aan iedereen vertellen, dat dat wél lukt en zo... Je bent daar dan zo enthousiast over dat je je eigenlijk belachelijk maakt! Nu zwijgen we daarover. De familie weet dat wel hoor, en tussendoor komen ze wel eens kijken : "Tiens, tiens, tiens, tiens!"

Meester Paul:
En in't begin ken je ook nog niet zoveel van biologisch tuinieren: je moet nog veel leren. Het is iets wat je leert door de jaren! Dus heel wat groenten mislukten of waren maar de helft van hun prachtige opgeblazen groenten.

Agnes:
Wij hebben liever iets minder

Meester Paul:
Maar dan ongespoten.

Goed doen voor iedereen...

BOK:
Is Meester Paul ooit teleurgesteld geweest in mensen? In ouders?

Meester Paul:
Teleurgesteld... neen, niet echt. Natuurlijk: vijftig jaar geleden had je in een dorp mensen die allemaal bijna identiek dachten. Ze hadden ook geen invloeden van buitenuit. Maar nu heb je totaal verschillend georiënteerde mensen... Het bestaat niet meer dat een onderwijzer goed kan doen voor iedereen! Dat geloof ik niet. Ook al doe je werkelijk verschrikkelijk je best, ook al werk je pedagogisch, ook al benader je het ideaal van een leerkracht, dan zijn er nog mensen die kritiek hebben...
Ik ben soms al eens ontgoocheld, maar dan denk ik achteraf: "Is het soms niet mijn fout? Heb ik zelf geen fouten gemaakt?" Je moet begrijpen dat er andere mensen zijn met andere ideeën, die ook recht van spreken hebben! Dus: men moet leren rekening houden met elkaar. Maar misschien, als je jong bent... wil je teveel doordrijven, moet de wereld op zijn knieën, moet iedereen knikken want jouw mening is de juiste. Dat gaat niet, hè... B.v. iets wat ik bijgeleerd heb: het negatieve van de wereld laat ik niet meer los op de kinderen. Want kinderen zijn eigenlijk weke batterijtjes die heel vlug leeg zijn. Een lege batterij geeft geen stroom meer... Wij moeten kinderen vooral opladen, dus met positieve dingen bezig zijn!

Langzaam verkeer in de Schoolstraat

BOK:
Nog een laatste vraag, Meester Paul, in verband met de verkeersproblemen in de Schoolstraat. .. Hebt je daar zelf enige kijk op?

Meester Paul:
Ik heb vandaag een les levenshouding gegeven: "Offers aan de Auto-God". Heel wat kinderen - en volwassenen ook - verongelukken omdat ze worden opgeofferd aan "snelheid". Dit is een nieuwe god: voor de snelheid heeft men alles over, ook mensenlevens. 250 kinderen in België alleen al per jaar! Ik zeg altijd in de klas dat zo'n ganse school als Bunsbeek per jaar verdwijnt in ons land! Per week zo 'n vijftal kinderen.

BOK:
Ja, verschrikkelijk!

Meester Paul:
Ik maak dan duidelijk voor de kinderen... Welke voordelen hebben auto's? Men zit er warm in, droog, komfortabel, men kan een berg op zonder moe te worden…. Vergelijk dat met een fietser of met een voetganger: door alle weer en wind moeten die, en ze worden wel moe. En toch moeten de auto's dan nog het voordeel hebben van heel de weg voor zich alleen! Men zou meer aan de zwakke weggebruiker moeten denken, er iets voor doen, hem echt beschermen! Nu drumt men hem van de weg... Met mijn kinderen hoop ik dat mensen die reageren op de proefopstelling dat niet doen vanuit een eng egoïstisch standpunt, dat ze niet aan zichzelf denken, maar aan de zwakke weggebruikers.

Soley Levé

BOK:
Werk jij ook, Agnes, of blijf je bij de kinderen thuis, bij Karolien?

Agnes:
Ik zet mij part-time in voor "Soley Levé", een tweedehandskledingwinkel op de Meulenberg in Aarschot.
Soley Levé is Creools en betekent "zonsopgang". Het is een V.Z.W. die Haïti wil kleinschalige projecten , door opzoekingswerk voor projecten van kleinschalige industrie en landbouw: pasteuriseren van melk ter plaatse, irrigatiesystemen ontwikkelen, werkhuizen oprichten voor hout en metaal, enz. Soley Levé doet een beroep op huismoeders, gepensioneerden, stempelaars, mindervaliden met een groot hart om kleren in goede staat te helpen verzamelen, te sorteren en te verkopen. Of om vaardige handen en technische knobbels ten dienste te stellen. Deze maand b.v. loopt er een heel fijn project. In Haiti kunnen ze wel beton maken maar geen betonnen palen voor afsluitingen omdat elektriciteit en lasapparatuur ontbreken. Een vaardige medewerker van ons heeft dus hier in ijzer een gietvorm gemaakt en die sturen wij nu op. Zo help je de mensen echt! Met onze gietvorm kunnen ze nu ook palen maken! De gietvorm zelf konden ze niet maken…

Onder de indruk van het zuivere engagement van Agnes en Meester Paul nam BOK afscheid. We vertrokken met dat lichte gevoel dat men heeft als men goede mensen heeft ontmoet. En hee! Kon dat toeval zijn? Buiten was het plots ook veel lichter want de maan was uit des werelds schaduw getreden en hing stralend de mooie mist te beschijnen... Mooie streek! Mooie familie! Thuis toch eens effe kijken of we niet wat bruikbaars voor Soley Levé hebben...

BOK I.1, oktober 1986
© kvr          (naar index)